Centraal Laos
Als echte avonturiers wilden we dus via de ongebaande wegen het berggebied blijven volgen richting het Noorden. Vanuit Tadlo vertrekken we om ongeveer negen uur richting Saravan. Op het busstation wordt ons duidelijk gemaakt dat er geen bussen vertrekken richting het noordelijk gelegen Phin. We geven niet zo snel op en willen iets meer weten over ander vervoer zoals een pickup of boerenkar. Er wordt hartelijk om ons gelachen en uiteindelijk wordt een loopgebaar gemaakt; lopen is de enige optie in dit gebied als je niet over de gebaande wegen wilt. Na de nodige omzwervingen en heel veel tijdverlies zijn we vijf uur later weer op dezelfde plek aan de doorgaande weg bij Tadlo. Dertien uur later zijn we in Savannakhet; de tweede stad van het land aan de Mekong. Inmiddels weten we dat alleen langs de Mekong geasfalteerde wegen lopen of vanuit dit gebied richting Vietnam. We hebben een lesje geleerd.
Onder andere hierdoor en omdat we aan een nieuwe uitdaging toe zijn, oriënteren we ons op de koop van een motor. Voor zo'n achthonderd euro kunnen we hier een 125 cc motor kopen. Ook dit avontuur wordt helaas in de kiem gesmoord als blijkt dat we als buitenlander geen motor mogen kopen. Loas is een Communistisch land met een liberaal tintje maar nog niet liberaal genoeg. Daarbij schijnt het ook zo te zijn dat we met een motor die in Laos gekocht is de grens met Vietnam moeilijk over kunnen. We durven het risico niet aan en stellen deze droom uit tot in Noord-Vietnam.
In Savannakhet hebben we een paar aardige belevenissen; Annemarie wordt in de middag door vier vrouwen belaagd waarna ze, midden op straat (boulevard), een volledige schoonheidsbehandeling krijgt; massage, scrubben, pedicure en nagels lakken. Helemaal gepimpt en 5 euro armer moeten we even later op het terras weer onderhandelen over de prijs van een blikje bier. Aan de ene kant de charme van Azië, maar soms oh zo vermoeiend. Vooral in Laos krijgen we het gevoel dat wij als toerist fors meer moeten betalen als we niet alert zijn.
Op aangeven van Patrick (Franse kok in Mekongrestaurant) bezoeken we een kleine katoenfabriek. Laos staat bekend om zijn goede kwaliteit katoen en vooral het kleuren daarvan d.m.v. natuurlijke producten. De fabriek koopt de katoen in bij kleine boeren in de regio, zorgt zelf voor kleuring en het weven gebeurt bij kleine zelfstandigen in de stad. Vervolgens wordt er maatkleding van gemaakt. We worden rondgeleid door de charmante vrouwelijke manager. Toen ik wees op de voering van een jasje werd door de manager onmiddellijk gereageerd; ze konden binnen vier uur een maatjasje met en zonder voering voor mij maken. Allemaal dames en één heer die kleding zitten te naaien, maar we worden het meest getroffen door de dames die het verfwerk verrichten. Met een kleinigheidje verlaten we de 'fabriek'.
Vanaf de boulevard (schoonheidsbehandeling) bij een klein kraampje kijken we naar de zonsondergang aan Tailandse zijde uiteraard met een biertje in de hand. Wim had inmiddels zijn gewone bril op maar moet deze met regelmaat afzetten om foto's terug te kijken of iets te lezen. Op dezelfde boulevard, maar dan een stukje verder gaan we 's-avonds uit eten. Japanse zitjes met tafeltjes van 20 cm hoog en kussens om op te zitten. Helaas kan Wim, als oude stramme man, daar niet meer tegen dus kiezen we voor iets hogere tafeltjes met een gat in het midden en kinderstoeljes er omheen. In dat gat wordt later een stenen pot met hete kolen gezet en daar weer bovenop een schaalpan. In het midden van deze pan is een hoger gedeelte met gaatjes. We krijgen uitgebreide instructie over hoe te handelen, het blijkt een combinatie van fonduen en gourmetten. Heel bijzonder met vier soorten vlees en vis, verse groenten en heeeeeel lekker. De Laotiaan heeft een betere keuken dan de Cambodjaan. De sfeer is werkelijk fantastisch en we maken met meerdere mensen kennis die daar ook eten. Dan realiseert Wim zich dat zijn bril waarschijnlijk nog ergens bij dat kleine kraampje moet liggen. Niemand meer te bekennen, alles is opgeruimd, bril kwijt........
Voor een afzakkertje lopen we nog even naar de overkant, de Mekongbar. Daar raken we in gesprek met Patrick, een Fransman die achtien jaar geleden in Laos is gestrand en Foo Desmond, een zakenman uit Singapore die een dochter heeft die graag in Nederland wil studeren. Annemarie neemt de uitdaging aan om B52 (bomber fifty-two) te drinken. Terwijl het spul nog brandt moet ze met een rietje de drank naar binnen slurpen, maar dit zal ongetwijfeld bij de jongeren onder jullie bekend voorkomen. Na de nodige biertjes waarbij Foo Wim z'n glas blijft volschenken, nemen we afscheid. Wij mogen niks betalen, maar daarvoor beloven we wel dat z'n dochter bij ons mag logeren als ze in Nederland komt studeren. Emailadressen en telefoonnummers worden uitgewisseld.
De volgende dag (nog een beetje dizzy) reizen we verder, maar dit keer een kortere afstand; we hebben onze les geleerd. We lopen tegen beter weten in toch nog even langs de boulevard om te kijken of het kleine kraampje al open is en dan misschien....... de mevrouw ziet Wim aankomen, pakt haar geldblik en haalt er de bril uit, wat een mazzel.
Onderweg stoppen we één keer bij een markt waar bijzondere producten te koop zijn. Onze aandacht wordt getrokken door deels levende en deels dode beesten die bij een kraampje verkocht worden. Slangen en Varanen (dank voor de info; heerlijk om te lezen!) koop je levend, maar konijnen en marterachtigen zijn al dood. Onze buschauffeur antwoordt op onze vraag of de Varanen ook gegeten worden, vrolijk dat Lao people alles eten. Hij showt een soort ratachtige vleermuis. Hij vraagt op zijn beurt of wij als bezoekers van dit land deze lekkernijen niet willen uitproberen. Met een excuus dat onze magen dit voedsel niet gewend zijn, wimpelen we zijn aanbod af. Een discussie over uitstervende diersoorten en jacht gaan we uit de weg.
Een paar uur later in Thakhek (wederom aan de Mekong) zittend aan weer een boulevard met een beerlao in de hand, zien we een rondvaardboot vanuit Thailand langsvaren, even naar dat arme Loas kijken. We zien de vele flitsen vanaf de boot. Niet verwonderlijk vinden wij omdat de kade aan Loaszijde tien keer mooier is dan die van de Thaise kade. We hebben daarmee centraal Loas wel gezien. Behalve de bergdorpjes en de Mekong is er niet zoveel te beleven in dit gebied.
Inmiddels zijn we na een luxe busrit van zes uur gearriveerd in Vientiane, de hoofdstad van Laos, een week eerder dan gepland. We zijn van plan hier een aantal dagen te vertoeven, de sfeer, de stad enmeer Lao-eten te proeven alvorens ons te beraden over de vervolgroute. Blijf reageren, geweldig jullie reacties en we zullen opletten wie we welke vragen stellen. ;-)
Reacties
Reacties
Wat heerlijk om te lezen, ik smelt weg bij jullie eetverhalen. Mooi om de "interviews" te lezen van een aantal mensen die jullie zijn tegen komen. In Nederland wil het nog niet echt zomer worden, maar de grote vakantie komt steeds duidelijker inzicht. Blijven genieten en weer bedankt voor al die leuke info.
grtjs
Geweldig zulke uitgebreide verhalen.
De beschrijvingen samen met de foto"s geven mij een prima beeld.
Geniet lekker verder en tot mails.
Grt. John
Inderdaad, wat fijn dat je je bril weer in eigen bezit hebt; ziet de Laos-e wereld er toch wat scherper uit..! Geniet verder en zorg voor een goede balans; lijkt me moeilijk met zoveel indrukken, van beelden, gesprekken enz.
Ik heb het idee dat ik met jullie meereis..., tussen alle drukke werkzaamheden door die horen bij een 'einde-schooljaar'!
Liefs...
Hoi Wim en Annemarie,
Ontroerend die verhalen van die mensen. Ik kan me voorstellen dat jullie straks een veel grotere cultuurschok krijgen als jullie weer terugkomen in Nederland. (Ik bedoel groter dan op de heenweg) Dat beest op de foto lijkt op een vliegende eekhoorn, maar het verspreidingsgebied van de vliegende eekhoorn is veel noordelijker. Dus mogelijk heeft hij een zuidelijker familielid, maar die heb ik nog niet kunnen vinden.
groet Hannie
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}