Annemarie en Wim in América Latina

Cuba

Cuba beleven via Havana - Varadero - Trinidad - Vinales - Havana

We hebben in Oud-Havana een leuk appartement in de levendige straat O’Reilly. De eigenaar heeft ons opgehaald op het vliegveld. Als snel staan we op ons balkonnetje te genieten van het straatleven met een biertje in de hand. Onze koelkast staat vol met biertjes en zuiver drinkwater waar wij uiteraard tegen betaling gebruik van mogen maken. Er zijn geen ramen maar open luiken als zonwering waardoor het straatleven overweldigend binnenkomt. Oud-Havanna is geweldig met veel muziek in restaurants, cafés en op straat. Veel bedrijvigheid en Cubanen die een beetje hangen en spelletjes spelen zoals domino. Flaneren door de straten is erg leuk en we worden overal vriendelijk bejegend. Later zullen we ervaren dat het toch ook om geld gaat; de toerist is in Cuba inmiddels een reële melkkoe!

La Habana is een stad met prachtige koloniale gebouwen die er vaak half vervallen bijstaan. Veel panden worden opgeknapt, maar het duurt nog heel lang voordat de stad weer in oude doen is. Overal in Cuba mag gerookt worden ook binnen en dat is toch weer een gekke gewaarwording ;-) Wim past zich aan en rookt een echte Havana-sigaar op het balkon van ons appartement. We bezoeken ook het nieuwe Havana, de stad van Fidel met z’n grote pleinen en herinneringen aan de overwinning. Je kunt er niet omheen met uithangborden als ‘Fidel o Muerte’, maar we horen ook kritische geluiden als de mannen iets teveel rum op hebben. We bemerken dat de zestigjarige boycot en het communistisch denken inmiddels diepe littekens getrokken heeft door Cuba en Havanna. De oude stad is een chaos, ingevallen panden waar toch mensen wonen, geen of slechte riolering, vuil op straat en overal stinkt het. Schril contrast met de omgeving van het Capitolo, de regeringsgebouwen en de sjieke hotels.

Achter de Façade van vrolijkheid blijft vooral triestheid over in Cuba. Het leven is voor 95% van de bevolking hard, taai en zwaar. Er is een overschot aan Casa Particulares, restaurantjes en cafeetjes omdat iedereen een graantje wil meepikken. Danslessen van Cubaanse mannen op pleinen met vrouwelijke toeristen gaat over beloning. Het vrolijke en opgewekte karakter van de Cubanen, het muziekmaken op pleinen en in restaurants gaat vooral over geld verdienen. Mooi voorbeeld is het gedrag van personeel in staatswinkels waar geen enkele uitdaging bestaat om je best te doen, de mensen daar zijn ongeïnteresseerd tot vrij bot. Het romantische beeld van de oude auto’s betekent tevens een ongelofelijke vervuiling in een stad als Havana. Zeker op het platteland waar de meeste toeristen niet komen zien we auto’s, tractoren, paardenkarren en landwerktuig, ossenkarren en geitenkarren die bij ons in het museum staan, maar waar de mensen hier dagelijks van afhankelijk zijn. De wegen buiten toeristische gebieden zijn bijna onbegaanbaar (zie foto’s) en de mensen in die dorpen zijn alles behalve vrolijk. Rum kan dan veel goedmaken……..we zien in een achterafkroegje een man drie keer van z’n stoel afvallen.

Ontbijten buiten de deur in Havana blijkt wat karig dus als we wat inkopen doen, kunnen we in ieder geval zelf ontbijt en lunch bereiden, helaas zijn we even vergeten dat Cuba een communistische staat is waar geen supermarkten zijn, maar verschillende soorten staatswinkels met slechts enkele producten. Een staatswinkel met producten als Heineken, vele soorten rum, boter, worstjes, kaas en soep. In een andere winkel moet je zijn voor toiletpapier/tissues, frisdrank en water. Producten als tandpasta, shampoo ed zijn weer in een andere winkel te verkrijgen, maar het is wel zoeken. Er zijn ook broodwinkels, brood wordt ’s-ochtends overigens ook aangeboden door een luid-roepende verkoper. Met een soort karretje komt hij al voor acht uur roepend door onze straat gelopen om brood te verkopen. Geen markten zoals zo overdadig in de rest van zuid-Amerika afgelopen maanden.

Geen verrassing maar wel heel vervelend: er is geen vrije WiFi op Cuba. Je kunt een speciale kaart kopen waarmee je 1uur kunt internetten, bij aankoop worden je paspoortgegevens ingevoerd in de computer. Er zijn in de stad een paar plekken waar je kunt internetten meestal bij een Plaza, een sjiek hotel of een muziekpunt. Na een paar dagen hebben we onze 2e verrassing in communistisch Cuba. We worden verzocht niet te reizen met de locale omnibus, maar met speciale toeristenbussen. Voor het ticket-bureau van die tourbussen spreekt een man ons aan; hij biedt een taxi-collectivo aan die ons voor 40 euro naar Varadero zal brengen.

In Varadero logeren we bij Bertha en Alfredo, dat mag inmiddels na de versoepelingen van de bevelhebbers. We hebben een kamer met eigen douche op 30 meter afstand tot het prachtige strand. Varadero is een langgerekt schiereiland met 22 km prachtig strand en een azuurblauwe zee waar veel toeristen op afkomen. We kunnen nog wel zien dat de orkaan van een paar weken geleden veel schade veroorzaakt heeft. Bertha vertelt ons dat het hele schiereiland geëvacueerd was. Verder zien we ook dat Cubanen afval gewoon weggooien, zelfs op het strand. Een andere dag worden we door twee politieagenten aangesproken, ze hebben dan inmiddels drie kwartier bij onze spullen gestaan, om ons te vermanen niet meer zolang over strand te wandelen zonder onze spullen mee te nemen, dit om diefstal te voorkomen.

Een Taxi-collectivo verplaatst ons voor 30 cuc pp (27euro) driehonderd km richting Trinidad, maar we zitten wel met z’n drieën achterin een oude Peugeot 309. s’ Ochtends de twee andere ophalen kost ons al een half uur/drie kwartier. Vervolgens maken we ook nog een omweg voor een pakketje dat ergens moet worden geleverd. Als de chauffeur dan weer instapt zegt Wim "senior, linea recta Trinidad por favor" Er wordt vervolgens twee uur niet meer gesproken en de chauffeur zet ons in Trinidad op de verkeerde Plaza af ;-) Wij vinden hostal El Albertico dicht bij Plaza Mayor het muziekcentrum van de stad en tevens WiFi-punt.

Trinidad is te omschrijven als een klein provinciestadje waar het leven heeft stilgestaan. Smalle straatjes van enorme kiezelkeien met aan weerszijde kleurrijke huisjes. Straten waar het leven voortkabbelt; oude mannen die zitten te kletsen, vrouwen met hun kinderen, paardenkarren en levendige muziek op straat. We zijn vijftig jaar terug in de tijd waar dus ook vele toeristen uit de hele wereld op afkomen. Voortdurend worden taxiritjes in oude auto’s aangeboden naar de waterval en Playa Ancon, het strand met parasols van palmboomblad. We zijn een keer met zo’n oude taxi naar het strand gereden die ons vervolgens drie uur later weer opgehaald heeft. Wij vonden Playa Ancon overigens minder mooi dan het strand en de zee in Varadero.

Een paar dagen later, we hebben van de vorige taxiritjes geleerd, onderhandelen we met een ‘taxi-privado’ die ons voor 40 cuc pp weer naar Havana brengt. Terug in Havana heeft Cubacar-rent een Chinese auto ‘Geely’ voor ons klaarstaan, het blijkt net een echte auto ;-) In Cuba op de snelweg rijden is een belevenis op zich; op de ‘vluchtstrook’ rijden fietsers, paardenkarren en zien we borden ‘Cruce Peligroso’ die ons waarschuwen voor oversteekplaatsen voor fietsers, ossenkarren, voetgangers etc vaak in de buurt van dorpjes en gehuchten.

Met onze Geely verkennen we het gebied rondom het dorpje Vinales, een van de mooiste valleien van Cuba. Het gebied doet ons een beetje denken aan noord-Italië met afgeplatte bergen waar ook veel grotten met ondergrondse rivieren voorkomen. Wij bezoeken Cueva del Indio, een mooie grot die we voor de helft kunnen belopen om vervolgens met een bootje naar de uitgang te worden gebracht. We rijden later maar wat rond om een indruk te krijgen van Cuba en komen uit bij de kust waar we wat rondlopen en genieten van een heerlijke lunch van vers-gevangen vis. We nemen een andere route terug en doen er drie uur over om terug te komen in Vinales. Halfverharde binnenwegen met vreselijke gaten en dorpjes waar het leven meer dan zestig jaar achterloopt. Er is weinig vrolijkheid te bekennen in dit deel van Cuba. We nemen lifters mee als het begint te regenen, een jong gezin dat nog zeker 8 km had moeten lopen naar Vinales.

Te paard bezoeken we het nationale park ‘Valle de Vinales’ tevens de grootste tabaksleverancier voor de Cubaanse sigaar. We komen bij de tabaksfarm ‘Casa del Veguero’ waar we uitleg krijgen over het planten, groeien, oogsten en drogen van tabak. Daarnaast maken ze ook koffie en rum die wij wel even mogen proeven, het paardrijden gaat daarna een stuk gemakkelijker ;-) De opbrengsten moeten voor 90% verkocht worden aan de staat en 10% mag men zelf behouden. Te paard bezoeken we ook een Finca (boerderijtje) gelegen aan een meertje waar veel toeristen komen. Er is leuke muziek en er wordt gedronken en gedanst. Vier tot vijf uur in het zadel valt ons erg zwaar, de zadels zijn niet zo comfortabel wat erg pijnlijke billen oplevert.

Vinales zelf is een en al toerisme, de ene Casa Particulara na de andere en het ene restaurant na het andere. We testen elke avond een ander restaurant, de kaart is hier niet erg uitgebreid, maar wel van redelijke kwaliteit. Op enig moment, ik sta aan de straatkant naar de menukaart te kijken terwijl Annemarie al heeft plaatsgenomen, vraagt een dame aan mij, “Where you from en wat’s your name”. Ze blijkt me gezelschap te willen houden en we praten even wat. Als ik even iets tegen Annemarie zeg die drie meter verder op het terras zit, schiet de dame weg ;-)

Zondag 29 oktober beleven we de nationale sport in Cuba ‘beisbol’. We zitten op de tribune bij een locale vriendschappelijke wedstrijd in Vinales. Op maandag 30 oktober rijden we terug naar Havanna via een binnendoor route, het is een prachtig heuvellandschap dat bijna Aziatisch aandoet. Vijf minuten voor de uiterste inlevertijd parkeren we onze Geely voor het kantoortje van Cubacar-rent, de manager staat al aan straat te wachten.

De drie laatste dagen in Havanna is weer genieten en tegelijkertijd afscheid nemen van deze mooie stad. We maken ons ook langzaam op voor de terugreis naar Nederland. Twee weken uitrusten is niet zo ons ding hebben we gemerkt, maar we hebben wel erg genoten van Cuba. Als dit verhaal vrijdag 3 november op onze weblog staat dan zijn we weer thuis ;-)

De geschiedenis van Cuba, het grootste Caribische eiland, loopt ver terug. Tot de 15e eeuw werd het eiland bewoond door indianen en in 1492 ontdekt door Columbus. In 1512 werd Cuba een Spaanse kolonie. Het eiland stond meer dan drie eeuwen onder Spaans bestuur en werd de haven van het Spaanse rijk: alle kostbaarheden (goud en zilver) die door de Spanjaarden uit Zuid-Amerika werden gehaald werden via Havana naar Spanje verscheept.

In tegenstelling tot de rest van Latijns-America wist Spanje Cuba tot aan het einde van de 19e eeuw te behouden. Maar toen kwamen de Cubanen in opstand, gesteund door de Verenigde Staten. In 1898 veroverde de VS het land na de Spaans-Amerikaanse oorlog en gaf het in 1902 formele onafhankelijkheid. De VS bleef echter nog erg veel invloed behouden, waarna in 1952 Fidel Castro een revolutie begon. Deze mislukte, maar op 1 januari 1959 nam Castro de macht over op Cuba. De denkbeelden van Fidel Castro zijn van communistische aard en hierdoor kwam het land meerdere malen in aanvaring met de Verenigde Staten. Als gevolg hiervan zocht Cuba steun bij de Sovjet-Unie, wat in 1962 leidde tot de Cuba-crisis (er is een mooie film over, maar ik ben de titel vergeten).

Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie verloor Cuba zijn belangrijkste handelspartner en bondgenoot, waarna de economie van het land volledig instortte. Dit werd versterkt door het embargo dat de VS in 1960 had ingesteld. Het land verbrak dit isolement door toenadering te zoeken tot andere landen in Zuid-Amerika en dan vooral met het Venezuela van Hugo Chavez. Sinds 2008 is Raul Castro, de broer van Fidel, de president van Cuba. Overal zie je Fidel Castroen Che Guevara in boeken, gebouwen, borden, vlaggen enz.

Maya-steden in Yucatan in Mexico

In Yucatan het zuidelijkste schiereiland van Mexico, hebben we een hele week genoten van de prachtige bouwwerken (ruïnes) van de Maya-cultuur. Onze route langs Tempels en Piramides was mooi gekozen qua opbouw en werd elke dag indrukwekkender. Al eerder hadden we het over Ankor Wat (Cambodja) en Machu Picchu (Peru), maar deze bouwwerken van de Maya-bevolking (Mexico) horen zeker in het rijtje thuis.

De vroegste monumenten (2000 vCr) van de Mayacultuur bestaan uit eenvoudige, soms met cement bedekte grafheuvels. Deze zouden zich echter in latere tijden tot imposante, uit steen opgetrokken piramides ontwikkelen. Er ontstond een stad-statencultuur die was gebaseerd op intensieve landbouw. De piramides, die werden gebouwd in hun religieuze centra, zijn hiervan de meest indrukwekkende overblijfselen, maar ook de paleizen van hun koningen. Andere belangrijke overblijfselen zijn de opgerichte stenen die de Maya zelf Tetun noemden ofwel boomstenen. Zij stellen de heerser voor, meestal voorzien van een hiërogliefentekst die de daden van de koning beschrijft. De maatschappij van de Maya’s kende een strikte hiërarchie en was onderverdeeld in klassen, zoals die van ambachtslieden, kooplieden en boeren. Vanaf de 8e en 9e eeuw trad het verval van de Mayacultuur in. De meeste steden van het centrale laagland werden verlaten. Oorlog, de gevolgen van roofbouw en droogte worden vaak genoemd als reden voor de neergang, alleen of in combinatie. Er zijn inderdaad archeologische aanwijzingen voor oorlog, opstand en hongersnood uit een aantal plaatsen in het laagland. De Mayacultuur is echter nooit verdwenen, zoals wel wordt beweerd, maar zette zich voort aan de randen van het oude kernland: op het noorden van het schiereiland Yucatan en in de hooglanden van Guatemala. De Mayasteden van het noordelijk laagland van Yucatán bleven nog een aantal eeuwen floreren. Dit waren vooralsteden als Chichen Itza, Uxmal, Tulum en Coba.

Daarom hebben wij dezevier ruïne-steden uitgekozen om te gaan bezoeken. We trekken daar een hele week voor uit. Nadat we geland zijn in Cancun huren we een auto op het vliegveld en verlaten deze vreselijke toeristische omgeving en stoppen in Tulum Pueblo een plaatsje vlak bij de gelijknamige ruïnestad. Het is niet meer dan een straat met hotelletjes, bars en (souvenir)winkeltjes. We verblijven daar twee nachten, proberen de Salsa te dansen en bezoeken van hieruit ‘Tulum’ en ‘Coba’.

Tulum; Mayastad op de kliffen aan de Caribische zee heette waarschijnlijk Zama; ochtendstad of stad van de Zonsopgang. Tulum betekent muur, de ruïnestad is aan de kust gebouwd, helemaal ommuurd en er staan verschillende tempels. Een van de bouwwerken diende als een soort vuurtoren. Hier werd 's nachts een vuur aangestoken dat door een opening in een muur scheen. Hierdoor konden de zeelieden tussen de riffen door navigeren. De eerste inscriptie in Tulum dateert uit 564 maar de bloeiperiode van de stad was van de elfde tot de vijftiende eeuw. Deze stad had destijds een Religieuze functie maar werd ook als handelscentrum gebruikt. Zo kwamen hier land- en zeeroutes bij elkaar en werd er waarschijnlijk zelfs handel gedreven met de binnenlanden van het huidige Guatemala.

Coba met z’n ruïnes is gelegen aan de oevers van de meren Lago Coba en Lago Macanxoc. De stad werd opgericht kort na het begin van de jaartelling en groeide uit tot een stadstaat die zijn hoogtepunt kende tussen 600 en 800. De stad had indertijd waarschijnlijk zo rond de 50.000 inwoners en besloeg een oppervlakte van zo'n 80 km². Bij de komst van de Spanjaarden was de stad nog steeds gedeeltelijk bewoond, maar raakte daarna in de vergetelheid totdat in 1920 een groep wetenschappers de stad weer vond. In Cobá is onder andere de Tempelpiramide Nohoch-Mul (ook Castillo genoemd) van 42 meter hoogte, die je ook nog eens mag beklimmen.

We reizen verder naar Valladolid de oudste koloniale stad in Yucatán ook wel “Mueblo Mágico” genoemd. Dit kleine stadje heeft een compleet andere sfeer dan de kustplaatsen met de standaard opzet van Spaanse vestigingen in Yucatán. Namelijk brede straten, gebouwd op een vierkant grid met in het midden een groot plein. Het plein, dat vandaag de dag de naam Parque Francisco Cantón heeft is Heerlijkom te vertoeven, te kijken en bekeken worden. Niet alleen de mensen zorgen voor kleur, ook alle gebouwen rondom het plein zijn in mooie pastelkleurtjes geschilderd en geven een gezellige sfeer aan de stad. Wij verblijven er twee nachten om van hieruit twee tempelcomplexen ‘Chichen Itza’ en ‘Uxmal’ te bezoeken.

Chichén Itzá was een van de belangrijkste steden van de Maya’s met de piramide van Kukulcan. Het staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De stad werd pas laat in de geschiedenis (10e eeuw) voor de Maya belangrijk. Volgens de legendes werd de stad in 986 gesticht door Topiltzin Ce Alcatel Quetzalcoatl, maar vermoedelijk is de stad al ouder en werd hij in 987 veroverd door Topiltzin. In deze tijd eindigde de Klassieke Tijd van de Maya en veel van de steden van het zuiden kwamen leeg te staan. De oude heerschappij had afgedaan. In Chichén Itzá werd daarom een andere staatsinrichting gehanteerd die meer op collectief leiderschap neerkwam. Bovendien stond de staat meer open voor het burgerschap van mensen uit andere streken die veroverd werden en zo werd Chichén Itzá het centrum van een groter rijk dan de Maya's tot dusver gekend hadden. Chichén Itzá ligt niet ver van de rand van de oude krater van Chicxulub. Van deze beroemde krater, die gevormd is door de inslag die waarschijnlijk een eind maakte aan de dinosauriërs is aan het oppervlak niet veel te zien, behalve de Cenotes, ondergrondse poelen die in het klovenstelsel van de krater gevormd zijn. Daar verkregende Maya’s hun essentiële watervoorziening met erg zuiver water.

Uxmal is een Maya ruïnestad 80 kilometer ten zuiden van Merida. Uxmal werd rond het jaar 500 door Hun Uitzil Chac Tutul Xiu gesticht. De macht bleef voor eeuwen in de handen van de familie Xiu. Het grootste gedeelte van de stad werd tussen700 en 1000 gebouwd. Op het hoogtepunt leefden er zo'n 25.000 mensen. Rond 1200 verloor de stad aan betekenis en verplaatsten de Xiu hun hoofdstad naar Mani. Beschrijvingen van Spaanse conquistadores duiden er echter op dat Uxmal in de 16e eeuw nog bewoond was. Uxmal staat terecht op de lijst van Werelderfgoedlijst van Unesco met prachtige paleizen nog redelijk intact.

Wij besluiten om drie nachten te overnachten in Izamal, een koloniaal stadje in het centrum van Yucatan zodat we de laatste dag weer op tijd op het vliegveld kunnen zijn. Behalve vijf verschillende (ruïne) piramides uit de Maya-cultuur is de belangrijkste bezienswaardigheid in Izamal het grote oude klooster genaamd Convento de San Antonio de Padua. Dit koloniale gebouw stamt uit 1561 en is op het platform van de belangrijkste piramide gebouwd met de stenen en rotsen vandie piramide. Het klooster is net als de rest van de gebouwen in Izamal, volledig mosterdgeel geschilderd. Wij vernamen dat dit idee ontstaan en ister erevan een bezoek vanPaus Johannes Paules in 1993. Rondom het klooster liggen twee mooie pleinen: helaas treffen wij een soort kermis op de pleinen vanwege het feest van de……iets religieus in ieder geval.

Zaterdag vliegen we naar Havana op Cuba……….en gaan we lekker uitrusten………. ;-)

El Chepe Express / Chihuahua Pacifico

Vanuit Los Mochis nemen we een bijzondere trein naar Chihuahua dwars door Barranca del Cobre (Koper Canyon). Deze rit is een van de mooiste treinreizen ter wereld met El Chepe Express of Chihuahua Pacifico. De treinrit door de Copper Canyon neemt ons mee door meer dan 70 tunnels en over 28 bruggen. De rit voert ons de hoogte in, door de ruige kloven van de Sierra Madre, langs duizelingwekkende diepten, door desolate zones, cactus- en pijnboomgebieden en koloniale dorpjes. De rit duurt gemiddeld 15 uur, maar wij doen er vijf dagen over omdat we drie keer uitstappen en een of meerdere nachten blijven logeren. De Barranca del Cobre, ook Koperkloof of Copper Canyon genoemd is met haar ruwe kloven spectaculair te noemen. De kloof bij Divisadero is op sommige plaatsen nog dieper dan de Grand Canyon in de VS. De kloof is 1800 meter diep en 1500 meter lang. Daar gaan we stoppen natuurlijk.

Maar eerst stoppen we in El Fuerte het geboortedorp van Don Diego de La Vieja (spreek uit La Vega) ook wel bekend onder de naam Zorro (de vos). Zorro voor Wim vooral een jeugdherinnering door de TV-serie uit 1957/59, de volledig in zwart geklede en gemaskerde held die strijdt tegen het onrecht in Mexicaans California. Dat doet hij samen met z’n trouwe bediende Bernardo die niet kan praten en alleen in gebarentaal spreekt. En dan is er natuurlijk ook nog de te dikke sergeant García en Tornado het zwarte paard van Zorro. Het geboortehuis van Zorro is nu een hotel waar wij overnachten, maar Zorro is alom vertegenwoordigd in foto’s, beelden en in werkelijkheid tijdens een avondoptreden. We laten het ons welgevallen en maken er mooie foto’s en een filmpje van. El Fuerte heeft een mooie geschiedenis en is wonderwel authentiek gebleven, waardoor er veel toeristen op af komen. Het dorpje heeft prachtige koloniale gebouwen en een replica van het oorspronkelijke fort.

Na het avontuur met Zorro reizen we verder met El Chepe om vroeg in de middag in Divisadero uit te stappen om te gaan logeren in hotel Mirador, dat gebouwd is op de rand van de afgrond, alle kamers met zicht op Barranca del Cobre.

We maken met z'n tweeën duizelingwekkende wandelingen en blijken nog altijd weinig hoogtevrees te hebben, uiteraard zijn we wel voorzichtig en genieten we van de ongelofelijke uitzichten. Met gids verkennen we de Oteros Canon inclusief bezoek aan een indiaanse (Tarahumara) vrouw (verwant aan Mayo) die in een half grot/hut woont. Een wandeling over de Mirador Estrellas op 2400 meter met diepe afgronden en prachtige uitzichten is de kers op de taart (zie foto’s).

Twee kilo zwaarder na 2 nachten all inclusive in hotel Mirador: koud/warm ontbijtbuffet , drie gangen warme lunch en drie gangen diner.

Onze derde stop is in Creel waar we in een simpel motel logeren en heel bescheiden eten. We huren een mountainbike en fietsen zo’n 25 kilometer door heuvelachtig terrein. We bezoeken de vallei der paddestoelen & kikvorsen (bijzonder gevormde rotsen). De vallei van de apen (wij vonden ze meer lijken op grote cactussen) is een prachtige rotspartij waar we erg van genieten. Op de terugweg nemen we een pad dwars door de natuur naar het meer Arareko om vervolgens moe maar voldaan terug te keren naar Creel.

Het eindpunt van de Chihuahua Pacifico is voor ons zoals gezegd Chihuahua, een stad met een revolutie-geschiedenis. Mexico werd sinds de Spaanse verovering in 1521 bestuurd door de Spanjaarden. Het bestuur werd gevormd door Europese Spanjaarden die na hun termijn weer terugkeerden naar Spanje. De Creolen (in Mexico geboren Spanjaarden begonnen zich in de achttiende eeuw te emanciperen en wilden ook gezag bekleden. Sinds 1821 is Mexico een onafhankelijke republiek. Er zijn vele musea die deze onafhankelijkheid en ook de latere Mexicaanse revolutie in beeld brengen. Na wat leesvoer bezoeken wij twee musea: Casa Chihuahua en Museo Historico de la Revolucion Mexicana. We genieten van wandelingen door deze mooie stad en genieten van de heerlijke Mexicaanse keuken.

Na drie nachten Chihuahua vliegen we naar Cancun te Yucatan in het zuiden van Mexico om de verschillende Maya tempels en piramides te gaan bezichtigen.

Voor de liefhebbers van geschiedenis: velen Mexicanen raakten geïnspireerd door de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog en de Franse Revolutie in de 18e eeuw. Hier en daar braken opstootjes uit en er werden geheime genootschappen tegen de Spaanse overheersing gevormd. Don Miguel Hidalgo was een Mexicaanse priester van creoolse afkomst (Chihuahua) die de Mexicaanse onafhankelijkheidsoorlog in gang zette. Hij leerde indiaanse talen en brak openlijk kerkelijke voorschriften zoals die van seksuele onthouding voor geestelijken. Hidalgo werd lid van een groep rond Josefa Ortiz de Dominguez en Ignacio Allende die in het geheim plannen smeedden voor een opstand van mestiezen en indianen tegen de Spaanse overheerser, gericht op onafhankelijkheid van Nieuw Spanje. Nadat Hidalgo ter dood was gebracht volgden nieuwe leiders hem op. Pas op 24 augustus 1821 ondertekenden partijen het verdrag van Cordoba, waarbij Mexico onafhankelijk werd. De Spaanse regering weigerde aanvankelijk het verdrag van Córdoba te erkennen en beschouwde Mexico nog steeds als kolonie. Die erkenning kwam pas nadat de Mexicanen in 1829 het Spaans leger, dat Mexico probeerde te heroveren, versloeg. Hidalgo wordt nog steeds vereerd in Casa Chihuahua, het prachtige Palacio Federal. De muurschilderingen zijn ongelofelijk omvangrijk en brengen de gehele onafhankelijkheidsstrijd in beeld.

Hoewel Mexico onafhankelijk was geworden veranderde er weinig qua sociale verhoudingen. De creolen vervingen de Europese Spanjaarden als bestuurders, maar de mestiezen en Indianen bleven een ondergeschikte positie behouden. De economie was in het slop geraakt; het zou nog decennia duren voordat dit enigszins hersteld was. Verder had de oorlog aan zo'n half miljoen mensen het leven gekost. Begin 20e eeuw leide dit tot de Mexicaanse Revolutie met weer een bekende revolutionair uit Chihuahua namelijk Francesco (Pancho) Villa. Pancho Villa was een bandiet, revolutionair en later generaal, maar vooral een van de meest legendarische leiders in de Mexicaanse revolutie. Er zijn verschillende films over hem waarin hij zelf ook een rol speelt. Het voormalige huis van Villa is nu Museo Historico de la Revolucion Mexicana. De met originele meubels behouden villa staat vol met oorlogsmateriaal en zelfs de met kogels doorboorde auto van Villa is te zien (incl.kogelgaten). Honderden foto’s geven weer hoe de leefomstandigheden toen waren en vooral de adoratie van zijn weduwe en het volk voorPancho Villa hoewel hij best omstreden genoemd mag worden.

Baja California Sur

Met onze Chevrolet Aveo verkennen we de East Cape van schiereiland ‘Baja California Sur’.

Van San Jose langs de kust naar Capo Pulmo gaat aanvankelijk over een asfaltweg, maar verandert na een half uurtje in een zandweg. Nog 44 km over een zandweg van dit kaliber zien we niet zitten dus keren we om in San Jose de route door de bergen te nemen.

We lunchen in Santiago, een klein dorpje bij het reservaat ‘Siera La Laguna’ en besluiten om twee dagen temidden van dit reservaat te logeren en wel bij Rancho Sol de Mayo. We weten dat er geen stroom (wel kaarslicht), geen internet en geen tv is en dat spreekt ons wel aan. Om bij ons verblijf te komen moeten we weer over 10 km zandweg, we riskeren het dit keer wel hoewel we ons af en toe afvragen of deze weg wel ergens uitkomt.

Wederom blijken we de enige gasten in ons kleine domein; slaap/badhuisje + kookhuisje met dakterras en tussen de twee huisjes in ‘n overdekt terrasje. Een ezeltje en de twee muilezels scharrelen regelmatig over ons terrein, erg leuke ervaring ;-)

De volgende ochtend gaan we op zoek naar Cascada del Canon de La Zorra. Vanaf ons dakterras hebben we verderop de rivier al gezien en de waterval al gehoord. Het duurt dan ook maar een kwartiertje voordat we de canon gevonden hebben. Het blijkt een idyllisch plekje met meerdere kleine watervalletjes en kleine meertjes tussen de rotspartijen zoals je die alleen in films als Blue Lagoon ziet. We zijn alleen dus gaan we even zwemmen ondanks de slang die van een rotsblok het water in glijdt. We blijven een poosje klimmen en zwemmen, het is een te mooie plek om weg te gaan.

Middags gaan op zoek naar Aguas Termales (heetwaterbron) bij Salta Rita, maar dan moeten we de ondiepe rivier oversteken met de auto. We durven het niet aan met onze huurauto en een alternatieve route gaat langs erg veel skeletten van runderen dus……… Als we “thuis” komen hebben we alle tijd om te koken, er is hier geen restaurant dus hebben we in het dorp voor twee dagen eten en drinken gekocht inclusief 6 liter drinkwater.

Des avonds maken we een vuurtje en drinken een lekker biertje. Wim ziet in het schemer een spin van zo’n 10 cm doorsnee over het terras lopen. Met behulp van de zaklamp-functie op de IPhone kunnen we de spin (Tarantula?) filmen.

De dag dat we de auto moeten inleveren rijden we via de kustweg de bergen in om te eindigen in La Paz. Deze stad ligt aan een baai waardoor er weinig golven zijn aan het strand. La Paz heeft een prachtige boulevard met meerdere strandjes en aan de andere kant van de weg overal restaurantjes en bars. Zelfs op woensdagavond is er veel vertier op en aan de boulevard.

Donderdagochtend nog even gezwommen in de zee en ‘s-middags naar Puerto Pichilinque. De Ferry naar het vaste land vertrektom half drie en om 21.30 uur stappen we aan wal in Topolobampo om vervolgens met een taxi in een kwartiertje naar Los Mochis te rijden. Om 22.30 uur eten we langs de straat een paar heerlijke Taco’s. Hier begint ook een van de mooiste treinreizen ter wereld namelijk die door Barranca del Cobre, (Copper Canyon Express)……..maar daarover volgende keer meer…….....

Mexico-stad; tempels en piramides

We zijn in Centro Historico van Mexico-stad, hoofdstad van Mexico en tevens het politieke, economische en culturele centrum van het land. Mexico-Stad is op dit moment in de ban van de aardbeving die plaatsvond op de dag dat wij moesten landen. Mexico-centrum heeft 8,8 miljoen inwoners, maar de agglomeratie Mexico-stad is met ruim 23 miljoen inwoners een van de grootste stedelijke gebieden ter wereld. De stad werd in 1521 gesticht op de ruïnes van de oude Azteekse hoofdstad Tenochtitlan. Het was de hoofdstad van de Spaanse kolonie ‘Nieuw-Spanje’ en sinds 1821 van het onafhankelijke Mexico. Mexico-Stad is gelegen in het Dal van Mexico op 2240 meter boven de zeespiegel, waardoor het geldt als grootste hooggelegen stad ter wereld. Het oude centrum is (onverwacht) een hele mooie en fijne stad om in te vertoeven. Denk aan bijvoorbeeld de sfeer van Parijs, Rome of Berlijn met vergelijkbare mooie gebouwen en musea. Verbeeld je Moskou of Peking als het gaat over grote pleinen, langgerekte gebouwen en parken. Wij hebben vier dagen genoten van al dat moois, maar ook van de sfeer, restaurantjes en leuke cafeetjes in Centro Historico.

Templo Mayor (Grote Tempel) achter de Cathedral in het centrum van Mexico-stad is éen van de bekendste tempels van de Azteken. Deze tempel was 60 meter hoog en bestond uit twee trappen. De twee piramiden symboliseerden twee heilige bergen; één was gewijd aan de god Huitzilopochtli, de stamgod van de Azteken, en de andere aan Tláloc, de regengod. De goden werden afgebeeld en vereerd door beeltenissen van slangen en balustrades. Na de verovering van Mexico door Hernan Cortés werd de tempel verwoest. De ruïnes van de Tempel brengen de oorspronkelijke grootsheid wat ons betreft niet tot leven, zie ook de Artist Impression bij de foto’s.

Volgens de Azteken (1200 - 1521) woonden hun voorouders in Azlan, een eiland in een meer ergens in het noorden. Hun god Huitzilopochtli vertelde dat ze (samen met een paar andere stammen) naar een nieuw land moesten gaan. Uiteindelijk bleven alleen de Azteken over (omdat de andere stammen allemaal al een plaats gevonden hadden om zich te vestigen). De Azteken moesten zich van hun god vestigen op de plek waar een adelaar op een cactus zat en een slang verslond. Uiteindelijk zagen de Azteken dit teken op een eilandje in het Texcocomeer. De Azteken bouwden hun stad Tenochtitlan op die plek, en maakten een groot kunstmatig eiland, wat heden ten dage in het centrum van Mexico-stad ligt. Deze "legende" staat ook afgebeeld op het wapen van Mexico dat op de vlag van Mexico wordt afgebeeld.

Op 40 km van Mexico-stad ligt de pre-Columbiaanse piramidestad Teotihuacán. Teotihuacán is niet van de Azteken of de Maya’s, maar van de Teotihuacanen (200 vChr. to 800 nChr). Een volk waarover opvallend weinig bekend is, zeker is wel dat het de eerste grote beschaving in Mexico was. Ze bouwden grote piramides en vereerden de beroemde god Quetzalcóatl, god van het water en de vruchtbaarheid. Teotihuacán is een van de grote raadsels uit de pre-Columbiaanse tijd. Van de oorspronkelijke bewoners is niets overgebleven. Hun schrift niet, maar zelfs hun afkomst is niet bekend. Onduidelijk is hoe dit rijk ten onder ging. Geleerden hebben achterhaald dat een groot deel van de huizen in brand zijn gestoken, mogelijk door de Teotihuacanen zelf, of door veroveraars.

De Azteken, die eeuwen later in dit deel van Mexico aan de macht komen, hebben grote eerbied voor Teotihuacán. Zij geloven dat de stad door goden is gebouwd. Zij geven het de naam Teotihuacán, wat staat voor ‘waar mensen goden worden’. Want zelfs de originele naam van de stad is onbekend. Een groot deel van het Azteeks geloof is afkomstig van deze stad. De Azteekse mythologie verhaalt over goden die hier over de toekomst komen praten. Uiteindelijk springen twee van hen in het vuur, waarna de zon en maan ontstaan. De twee belangrijkste bouwwerken van de stad herinneren hieraan: de Piramide van de Zon en de Piramide van de Maan. Waarna Teotihuacan tot een pelgrimsoord voor de Azteken uitgroeit. Tegenwoordig is het een absolute must voor veel toeristen waaraan wij dus hebben toegeven :-)

Door de specifieke aanleg denken sommige wetenschappers dat Teotihuacán ontworpen is om deze vanuit de hemel te zien. Of om het universum na te bouwen op aarde, want de tempels vertonen een opvallende gelijkenis met de Pleiaden, een sterrenbeeld dat ook wel Zevengesternte wordt genoemd. Veel is verloren gegaan, maar de overblijfselen zijn geweldig: de zonnepiramide, de maanpiramide en de tempels van Quetzalcoatl en Tlaloc binnen de citadel. De centrale avenue die door de stad loopt wordt de Laan van de Doden genoemd. Rondom dit religieus-politieke centrum lagen uitgebreide woonwijken en wijken bestaande uit werkplaatsen. In 2013 werden verborgen kamers ontdekt in de tempel van de Gevederde Slang. We hebben er een dag doorgebracht, ongelofelijk indrukwekkend.

Colombia

Colombia kan grosso modo opgedeeld worden in 4 gebieden: het Caribische deel met prachtige witte zandstranden in het noorden, het Pacifische deel in het westen. In het midden wordt het land doorkruisd door de Andes. Het oosten kenmerkt zich door savannes (de Llano's) en het zuidwesten is dichtbegroeid Amazonewoud. In het zuidwesten strekt ook het onherbergzame Andesgebergte zich uit. Rivieren slingeren kriskras door het land en zorgen voor vruchtbare gebieden. De fauna en flora van Colombia is spectaculair. Er is veel wildlife, soms zie je ze plots verschijnen: apen, tapirs, slangen en tal van vogels. Wij zien het Amazonegebied, een groot deel van de savannes in het oosten en we schrijven dit vanuit het Caribisch gebied in het noorden.

Tot 1880 was Colombia een kolonie van Spanje en een belangrijke bron van goud. In dat jaar verklaarde Colombia zich onafhankelijk. Pas in 1819 was er sprake van echte onafhankelijkheid onder leiding van Simon Bolivar, hij was ook de eerste president van Colombia. Colombia bestond toen nog uit het huidige Colombia en Ecuador, Venezuela en Panama. In 1830 werd Bolivar afgezet wat leidde tot het uiteenvallen van de Republiek. Ecuador en Venezuela ontstonden als onafhankelijke staten, Panama bleef nog onderdeel van Colombia tot 1903.

Colombia heeft vanaf de jaren tachtig een slecht imago opgebouwd door de guerrilla-oorlog met o.a. FARC en de drugskartels. Anno 2017 is de veiligheid in Colombia sterk verbeterd. Maar zware criminaliteit en terrorisme komen nog steeds veel voor volgens de Nederlandse Rijksoverheid. Hoewel de guerrillabeweging FARC is gedemobiliseerd, is er nog steeds een gewapend conflict gaande met guerrillabeweging ELN. Ook zijn nog steeds verschillende gewapende groepen actief: Bandas Criminales (BACRIM). Deze groepen houden zich onder meer bezig met drugshandel, ontvoeringen, afpersing en smokkel. We hebben onze route zorgvuldig gepland, maar moeten wel door risicogebieden. Wees gerust, als jullie dit lezen zijn wij op weg naar Mexico.

Vanuit het plaatsje Leticia, Amazonas (drielandenpunt: Brazilie-Peru-Colombia), vliegen we via Bogota naar Medellin in centraal Colombia.

De stad is altijd een bruisend centrum voor cultuur, politiek en geweld geweest. Het geweld had vooral te maken met de drugskartel van Pablo Escobar die aan de macht was in Medellin. Tegenwoordig treed de regering streng op tegen drugshandel en corruptie waardoor Medellin een populaire en veilige bestemming voor toeristen aan het worden is. De machtige drugsbaron Pablo Escobar runde vanuit Medellin zijn drugskartel met ijzeren vuist, maar begon zich ook te bemoeien met de politiek en de opbouw van Colombia. Tegenwoordig kan je de nalatenschap van Pablo Escobar overal in de stad terugvinden er staan namelijk nog steeds spierwitte kantoren en villa’s die terug doen denken aan een bloedige tijd. Tegenwoordig kan je via verschillende touroperators een leuke trip door de stad maken langs belangrijke locaties die ooit in het bezit waren van Pablo Escobar. Bij deze toer eindig je bij zijn graf op de begraafplaats van Medellin waar mensen tot op de dag van vandaag nog steeds cocaïne komen opsnuiven als eerbetoon. In 2013 werd Medellin door de internationale organisatie Urban Land Institute uitgeroepen tot meest innovatieve stad in de wereld. Deze Award kregen ze doordat ze na de val van de meeste drugskartels in 2006 een flinke stap vooruit hadden gemaakt op het gebied van politiek, cultuur, educatie en sociale ontwikkeling. Dit zie je overal terug in de stad want Medellin is een echte metropool en tevens de culturele hoofdstad van Colombia aan het worden.

We huren in Medellin een Chevrolet Spark om die 7 dagen later in Cartagena weer in te leveren. We negeren daarmee het reisadvies van de Rijksoverheid om georganiseerd te reizen en stippelen een route uit van Medellin naar Cartagena in het Noorden. Onze eerste bestemming is Guatapé in het centrale zuiden van Colombia bij een uitgebreid merengebied. Het gebied wordt steeds toeristischer, met tal van nieuwe resorts en vakantiehuizen rond het meer. Voornaamste bezienswaardigheid is de steil oprijzende berg "Peñol Rock" (La Piedra del Peñol); een 200 meter hoge rotsformatie langs de rand van het meer. Aan een kant van de rots kan je met een 649 treden tellende trap naar boven en dat hebben we dus ook gedaan. Een schitterend vergezicht over de omgeving, helaas tijdens bewolkt weer.

De volgende dag is overgang naar regio Boyaca vooral bergachtig, maar geweldig mooi met prachtige watervallen, diepe dalen en overweldigende huizen/gebouwen. We overnachten in Puerto Boyacá, een dorp waar nooit of maar weinig toeristen komen. We krijgen er biertjes aangeboden met de toelichting dat men het geweldig vind dat westerlingen hier met z’n tweetjes gewoon dit dorp aandoet. Voor alle duidelijkheid; we reizen hier door ‘risicogebied’ volgens de Nederlands Rijksoverheid.

Later komen we in de regio Satander en Cesar. Heuvelachtig, wetland en soms vlak met veel vee en mooie grote haciënda’s. Tevens een olierijk-gebied, we zien veel Ja-knikkers. We logeren in het nietszeggende dorp San Alberto, vooral veel herrie en extreem veel zwaar verkeer door dit dorp. De derde dag is niet veel anders, veel verkeer over de snelweg (vaak vierbaans of in aanleg) en vooral weilanden met vee. Onze derde overnachting is in Bosconia nog net in het risicogebied Cesar. We nemen onze veiligheid serieus en op advies van de hotelmanager laten we ons ‘s-avonds met fietstaxi vervoeren van en naar het hotel ;-) Op woensdag 13 september rijden we door regio Magdalena. We zien een Steenkoolmijn, veel palmboomgaarden en een palmolie-fabriek. Over een hele drukke tweebaansweg komen we in het gebied Atlantico met Tayrona als doel, noordkust in het Caribisch gebied.

We logeren drie dagen in Playa Bonita, een prachtige Ecolodge aan de kust met tien bamboehuisjes, restaurant en de Bonita-bar aan het strand. Zon-zee-strand dus flink verbrand, maar wel ongelofelijk genoten. Het Tayrona National park bij de Caribische Zee ligt nabij Santa Marta en Rodadero. Het staat bekend als de mooiste kustlijn van Latijns Amerika, met prachtige witte zandstranden. De nabijgelegen bergen van de Sierra Nevada de Santa Marta National Park eindigen direct in de zee. Het Tayrona park is het leefgebied van brulapen, iguana’s, jaguars en spechten. Tijdens een paar korte wandelingen door het park zien we de overweldigende natuur, pelikanen, krabben en (voelen) vooral mosquito’s ;-)

Inmiddels zijn we in Cartagena, vernoemd naar het Spaanse Cartagena en wordt daarom ook wel Cartagena de Indias genoemd Deze stad ligt aan de Caribische kust en lijkt haast een openluchtmuseum. Het historische centrum is een lust voor het oog; het staat niet voor niets op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De havenstad werd in de achttiende en negentiende eeuw de toegangspoort tot Zuid-Amerika voor de Spanjaarden en is erg interessant vanwege haar geschiedenis en cultuur.

Het historische hart van de stad word omringd door een kilometerslange stadsmuur, het doet ons sterk denken aan Avignon in zuid-Frankrijk en Luca in Italië. Deze stadsmuur kun je op verschillende plekken beklimmen om te belopen. Vanaf de westelijke zijde van de muur heb je ’s avonds bovendien een prachtig uitzicht over de zee en zonsondergang. Café del Mar is een populaire plek om onder het genot van een cocktail de zon te zien ondergaan. ’s Avonds verzamelen de straatverkopers zich langs de stadsmuur en op Plaza de los Coches, beetje te opdringerig zijn ze wel vinden wij.

Buiten het historische hart van Cartagena ligt Castillo San Felipe de Barajas. Dit fort ligt op de San Lázaro heuvel, vanwaar de mensen vroeger zowel de zee als het land in de gaten konden houden. Hoewel dit niet het eerste fort is dat we zien in ons leven is het zeker een indrukwekkend bouwwerk. De ondergrondse tunnels lopen als een doolhof onder het fort door, vergelijkbaar met de Kazematten in Luxemburg.

Bij de wandeling over de stadsmuur zien we de prachtige skyline van het zuidelijke schiereiland Bocagrande opdoemen. De skyline vanuit de zee gezien met moderne wolkenkrabbers en daarom ook wel klein-Miami genoemd, als je de foto’s ziet snap je wel waarom. Dinsdag 19 september vliegen we naar La Paz op het schiereiland ‘Baja Californië’ in Mexico, we verlaten America del Sur en gaan naar midden-Amerika.

Peru deel drie: Treehouse Lodge Amazone

We zijn vanuit Cusco via Lima naar Iquitos gevlogen; van het frisse hooggebergte naar de tropische warmte van het Amazone gebied. Na het landen meteen trui uit want het verschil is enorm.

Iquitos is een eiland in het Amazonegebied en volledig verschillend van Peru zoals wij dat tot nu kennen, het is bijna Azië inclusief de vele mototaxis (flintstone Tuc Tuc’s) Hier in Iquitos leeft men echt op straat, van vroeg in de ochtend tot heel laat in de avond. Voor toeristen zijn er vooral barretjes & restaurants. 20% van de toeristen (hippie-achtig) komen naar Iquitos voor de drug ‘Ayahuasca’ ‘n medicinale plant uit het Amazone-gebied. Overeenkomst met Azië zijn ook de ouwe Amerikanen/Australiërs die met een veel jongere vrouw hier een nieuw leven gestart zijn. Het is een levendige leuke stad op n eiland van 10 km doorsnee en slechts te bereiken met boot of vliegtuig.

We zijn naar Iquitos gekomen omdat het midden in het Amazonegebied ligt; we hebben gekozen voor een verblijf van vier dagen in The Treehouse Lodge op 91 km (drie uur) afstand van Iquitos. Er bestaat hier geen zomer- of wintertijd zo dicht op de evenaar, alleen regentijd van dec/april en het droge seizoen mei/nov. Een Treehouse Lodge is op dit moment eigenlijk overdreven omdat het waterpeil nu tussen de 6 en 8 meter lager is dan in het regenseizoen. Onze Boomhut (Treehouse) is dus zo’n 15 meter boven de grond, in regentijd staat alles uiteraard onder water.

We reizen zo’n 2 uur per auto naar Nauta, een nederzetting aan de Marañon-river en daarna drie kwartier per speedboot naar The Treehouselodge aan de Ucayali-rivier, een zijrivier van de Amazone. The Treehouse Lodge is een Ecolodge vanwege: zonnepanelen - water oppompen om te douchen, inzet locals, eieren van schildpadden verzamelen en uitbroeden en grondverbetering met wormen.

The Treehouse Lodge is in haar schoonheid nauwelijks te beschrijven; het hoofdgebouw met restaurant is met tien Treehouses verbonden dmv looppaden op 8 meter hoogte of kabelbruggen op veel grotere hoogte. Alles is uiteraard van hout en de daken zijn gemaakt van gedroogde palmbladeren. De boomhutten zijn volledig open, maar wel volledig afgedicht met horgaas. Binnenin de hut lig je ook nog eens in een clamboo. De hut is voorzien van douche, wc en water uit een grote ton boven in de hut, warm water van de zon natuurlijk ;-)

God wat hebben we hiervan genoten, wat een belevenis. Slapen als een os boven in de bomen, maar wel regelmatig wakker worden van geluiden om je heen, apen die rondscharrelen, vreemde geluiden en kaaimannen die onder in de rivier actief zijn, onze boomhut stond aan de rivier. We hebben een Walkie Talkie voor noodgevallen (de afstand tot het hoofdgebouw is erggroot)of om een drankje te bestellen; de ober komt dan 250 meter gelopen en 56 treden omhoog gelopen, hebben we uiteraard niet gedaan ;-)

Elke dag werden we door onze gids Guido en onze bootsman Hebe meegenomen de jungle in of het water op. Zo hebben we oa een bezoek gebracht aan lokale dorpen in het gebied en gevist op catfish en piranha's (vangst ook echt gegeten tijdens diner). We hebben de rubberboom zien bloeden, noten van palmbomen opengehakt waar wormen in groeien, Ubos Rood als Amazon Viagrammiddel meegekregen, water gedronken uit CatsKlauw, boomsap gedronken tegen de buikpijn en om ons afweersysteem te versterken. Guido is een jungle-jongen uit de hoog-Amazone en Hebe is een jongen uit het dorp in de omgeving van de lodge, samen weten ze erg veel te vertellen. ‘S-avonds gaan we jagen op kleine kaaimannen, slechts om ons te laten zien; Freek Vonk is er niets bij. Apensoorten die we gezien hebben; Pygmiy Mamoset, Woolly Monkey, Squirrel Monkey (Pippi Langkous), Howler Monkey en Monk Saki.

De derde dag gaan we dolfijnen spotten op de Amazone; we zien ze veel, maar fotograferen of filmen is een ander verhaal ;-) We zien de Pink Dolfin Bufen en de Grey dolfin. De Amazone verandert voortdurend van plaats en stroomgebied door invloed van omstandigheden als waterstand, global warming, instorting van rivierbedding etc. De vele vogelsoorten die we gezien hebben o.a. Macaw (papagaai), Black Collared Hawk, the Woodpecker en the Kingbird and kingfisher.

Al met al een ongelofelijke belevenis, we hadden hier nog wel twee maanden kunnen doorbrengen ;-), maar er zijn nog meer avonturen te beleven. We zakken dinsdag verder af langs de Amazone, dus nog dieper het Amazonegebied in. In Santa Rosa gaan we waarschijnlijk de grens over naar Leticia in Colombia……..

Peru deel 2: Cusco en Machupicchu

Machu Picchu is een oude Inca nederzetting in de buurt van de stad Cusco in Peru. Volgens de gegevens in het Inca-museum te Cusco is Machupicchu gebouwd als Royal Haciënda. Volgens de Inca legende heeft de zonnegod Inti, Wiraqocha de vertegenwoordiger van de Inti, de opdracht gegeven om 2 personen op pad te sturen om zo een goede plaats te vinden waar de Inca's zouden kunnen gaan leven. Wiracocha vond 2 personen Mama Ocllo en de eerste Inca koning Manco Capac. Na hun zoektocht die begonnen was aan de oevers van het Titikaka meer vonden zij Cusco, of zoals de Inca's zeiden Qosqo. Vanaf hier werd het Inca rijk opgebouwd. Omdat de Spanjaarden bij de verovering van Zuid-Amerika Machupicchu niet hebben gevonden, is deze Incastad gespaard gebleven en is er nog veel van de Inca-beschaving te vinden.

Machu Picchu ligt op een afgelegen plek hoog in de bergen waardoor de oude Inca`s een paar dagen over een steil pad moesten lopen om er te komen, nu bekend als de Inca-trail die je maanden van tevoren moet reserveren ;-) Inmiddels is er een rechtstreekse klim van 350 meter (anderhalf tot twee uur) door het tropisch regenwoud die ook te voet kan worden gemaakt, wij hebben dat twee dagen achtereen gedaan en gelogeerd aan de voet van de berg in Aguas Calientes. Machu Picchu bestaat uit een plein, een woongedeelte, een kazerne en tempels, onder andere voor de zonne- en de maangodin. De stad die in een bergwand is uitgehakt beslaat een gebied van ongeveer 13 vierkante kilometer. De nederzetting, waarvan het lijkt of het op een richel hangt, kijkt uit over de Uramba-kloof en werd in de 15e eeuw gebouwd door de Inca vorst Pachacuti, niet alleen voor koninklijke, maar ook voor religieuze Inca doeleinden. Er zijn relatief veel verblijven voor edelen en maar een paar woningen voor de bedienden. In totaal was er plaats voor zo´n 750 personen.

De Inca’s zijn een indianenvolk uit Zuid-Amerika waarvan het hoogtepunt van de beschaving slechts 92 jaar duurde (1438-1530). Het zogenaamde pre-Inca tijdperk ging hieraan vooraf door de vele kleinere en verspreide volkeren in diezelfde omgeving. Hun leefgebied strekte zich uit van Ecuador, Bolivia, Peru, Argentinië en Brazilië. Het Incarijk betrof dus een heel groot en moeilijk toegankelijk gebied. Toen de Spanjaarden het Incarijk veroverden rond 1530 werd de tocht naar Machupicchu niet meer gemaakt en kwam deze Incastad in verval en werd kort daarna verlaten.

Onlangs werd vastgesteld dat in 1866 de Duitse goudzoeker en houthandelaar Augusto Berns de bergstad vond en plunderde, met toestemming van de Peruaanse regering. Berns verkocht de historische schatten aan Europese musea. In 1911 verrichtte de historicus Hiram Bingham een studie naar de Inca-paden in de omgeving van Cusco. Tijdens deze studiereis ontdekte hij Machu Picchu opnieuw. Brede bekendheid kreeg de stad in 1913 toen National Geographic een compleet nummer wijdde aan Machu Picchu.

In 1983 werd de stad opgenomen in de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het is een ruïnestad van betekenis, maar vooral de ligging in deze bergachtigeomgeving is indrukwekkend, we hebben dat mooi kunnen zien vanuit de Zonnepoort, anderhalf uur boven Machupicchu.

De vergelijking met Angor Wat in Cambodja gaat niet helemaal op, maar beide Ruïne-steden zijn wel van vergelijkbare proporties en zeer indrukwekkend.