Annemarie en Wim in América Latina

Hernieuwde kennismaking met Hanoi

Overboekt! China Southern Airlines kan ons nog geen stoel geven. “Sorry mevrouw, mijnheer, u mag naar de Gate, maar of u op deze vlucht meekan kunnen we nog niet met zekerheid zeggen.”

Maar..... dankzij de door jullie gedoneerde talismannen, krijgen we binnen 10 minuten toch een ticket met een stoelnummer. De zweethandjes drogen weer op.


In het vliegtuig ontmoeten we Karel, toevallig ook afkomstig uit Den Bosch en student aan de dansacademie in Tilburg. Zijn moeder is van Filipijnse afkomst en zijn vader een Boschenaar. Hij is op weg naar Manilla voor een dansstage van een maand in het geboorteland van zijn moeder. Ook hij vliegt zoals wij via Peking (Beijing). Bij de gate blijken we eerst met de bus naar het vliegtuig te moeten. Het is 3°C en we staan te blauwbekken voor de trap voordat we het toestel in mogen. Na in totaal drie vluchten komen we aan in Hanoi. Enige spanning of onze rugzakken ook zijn aangekomen. Na drie kwartier opluchting, maar ook zorg want het is al bijna twaalf uur 's-avonds en de meeste hotels sluiten om 23.00 uur weten we. Om 12.45 uur stappen we het Grand View binnen, een mooi maar redelijk duur hotel.


Met een jetlag gaan we de volgende ochtend om 11.30 uur de stad in om te brunchen. Scrambled eggs en sterke koffie doen wonderen. We gaan op zoek naar onze motor en..... ja hoor daar istie, duidelijk alweer door meerdere avonturiers gebruikt. Ons volgende doel is natuurlijk L’Hôpital Français de Hanoi.

Onverwacht veel verpleegkundigen die ons herkennen en onmiddellijk vragen hoe het met ons gaat en of we voor een check up komen. Directeur Philippe Biberson is helaas, het is zaterdag, niet aanwezig.


Dan is het zondag en dus tijd om naar de Tempel te gaan. Het wordt de Chua van Mieu of Tempel van de Literatuur. De tempel werd in 1070 door keizer Ly Thanh Tong opgericht ter ere van Confucius, gewijd aan wetenschap en literatuur. Zes jaar na de oprichting werd in de tempel de Quoc Tu Giam (School voor de Bloem der Natie) gevestigd. Deze eerste universiteit van het land onderwees zonen van de adel de Confuciaanse waarden en leidde hen op tot bestuursambtenaar.

Hoewel jullie het allemaal weten; Confucius (551 – 479 VC) was een groot politicus, onderwijzer en filosoof van Chinese afkomst.

Het is een indrukwekkende tempel met een rijke historie gevat in prachtige beelden. We hebben in een oude collegezaal ook even genoten van heerlijke Vietnamese live muziek op bamboo instrumenten, een rustpunt in een drukke stad.


De heenweg hebben we lopend afgelegd (2 km) en ook de terugweg naar Hang Bé ondernemen we te voet. Voor Annemarie een hele onderneming en tegelijktijd een goede oefening. Wat een prachtige stad met nog vele herinneringen aan de koloniale tijd en ons vorige verblijf hier.

Feitelijk is het voor ons een beetje thuiskomen. We hoeven niet te wennen en genieten onmiddellijk weer van de sfeer en de geuren. Het zien van de motor roept wel wat emoties op en vooral Wim heeft heimwee naar de reis per bike.

Tijdens de nodige koffiepauzes komen de herinneringen aan ons ongeluk boven en we proberen het gevoel een plaats te geven. Misschien als we Hanoi vanavond verlaten en onze reis voortzetten zoals we vier maanden geleden gedaan zouden hebben, dat dan langzaam dat herinnering overgaat in een avontuurlijk gevoel.

Over enkele uren nemen we de nachttrein naar Hué, een totaal nieuwe ervaring voor ons; wordt het afzien met een brak gevoel in de ochtend of ......

Het antwoord hierop beschrijven we over een paar dagen!


Geen einde, maar een doorstart!

Het is nu bijna vijf maanden na ons ongeluk in Vietnam, we hebben de weg naar herstel nu toch echt gevonden en ........ zoals we onszelf in het ziekenhuis van Hanoi al wel beloofd hebben: we gaan onze reis door zuidoost Azië afmaken.

Even voor onze nieuwe lezers:

Eind april zijn we naar Indo-China vertrokken voor een rondreis van vier maanden. Drie maanden een fantastische reis gehad waarvan de laatste weken op een motor door Vietnam.

Daar zijn we in juli door een vrachtwagen frontaal aangereden. We hebben vervolgens drie weken in Hanoi in een internationaal ziekenhuis gelegen met forse verwondingen en begin augustus (zomervakantie) naar huis vervoerd met een zogenaamde brancardvlucht en moesten thuis met medische zorg verder herstellen.

Daarna heeft Wim de nodige tegenslagen gekend, van ontstekingen aan botten tot een chronisch subduraal hematoom (bloeduitstorting tussen hersenvlies en schedel).

Voor het laatste probleem is hij in oktober geopereerd te Tilburg op de afdeling Neurochirurgie. Ten behoeve van het herstelproces mocht hij zes weken niet autorijden en in principe pas daarna lichte bureauwerkzaamheden verrichten.

Na zoveel tegenslagen hield hij zich zoveel mogelijk aan de medische adviezen.

Ook mentaal konden we wel een opsteker gebruiken. We waren zo abrupt weggeplukt uit onze euforie (fantastische reis) en daarna volgde voornamelijk maanden van pijn en tegenslag.

We hadden plotseling een heel ander leven waarbij niets vergelijkbaar was met ons vroegere leven. Alleen verbaal waren we vrij om met elkaar om te gaan. Fysiek waren we niet meer in staat om intiem met elkaar op de bank te liggen of zitten, heerlijk te vrijen of zelfs maar hand in hand te wandelen. Werkzaamheden moesten we uitbesteden aan de vele lieve mensen om ons heen. Het heeft ongelofelijk veel impact op onze geestelijke gesteldheid gehad.

Gelukkig gaat het nu echt veel beter, zowel fysiek als mentaal.

Annemarie mag weer alles doen en probeert al vaak zonder krukken te lopen.Ze heeft via de huisarts een verwijzing voor de fysiotherapeut om te helpen bij het afwikkelen van haar voet. Tot volledig herstel is het op langere afstanden wel handig om één kruk te gebruiken.

Wim is volgens de neurochirurg in Tilburg hersteld van zijn hematoom en heeft minder dan een promille kans op herhaling. Er zijn nog wel andere kwetsuren die hem plagen, maar toch is hij vol goede moed over zijn herstel.

Het blijft nog even spannend of Annemarie goed genoeg kan lopen en of Wim een flinke rugzak kan dragen, maar .................... we gaan overeenkomstig ons plan in het ziekenhuis van Hanoi, eindelijk onze reis in Vietnam afmaken.

In goed overleg met de schoolleiding en de bedrijfsarts hebben we besloten om opnieuw naar Vietnam te vliegen om daar in ruim drie weken onze reis af te maken. We hopen dan niet alleen fysiek, maar vooral ook mentaal weer sterk terug te komen.

We vertrekken op 10 december a.s. vanuit Schiphol via Peking naar Hanoi en vliegen vanuit Saigon op 3 januari 2010 weer retour.

We hopen dat jullie wederom onze reis zullen volgen en reageren op verschillende opmerkelijke zaken die wij daar aantreffen.

En uiteraard hopen we jullie na Nieuwjaar allemaal weer in goede gezondheid aan te treffen.

Wordt vervolgd ......................

De 24 uur van VN naar DB

Op zaterdag na de lunch drentelt Annemarie op haar krukken zenuwachtig heen en weer door de ziekenhuiskamer. Wanneer komt de verpleging om het verband te verwisselen? Om twee uur worden we aangenaam verrast door een medewerker van het ziekenhuis die Wim's schoenen en riem komt brengen. Die waren dus al die tijd al hier! Om half vijf is er nog geen ambulance in zicht. Om kwart voor vijf nog steeds niet. We worden ongerust. Om half zes zal onze airambulance naar Bangkok vertrekken. Een telefoontje naar Eurocross dan maar. Even later een sms terug dat ze onderweg zijn en nog geen vijf minuten later stapt een drie-koppig verpleegteam uit Bangkok de ziekenhuiskamer binnen. Alle functies bij ons beiden worden nog eens nagemeten en dan gaan we eindelijk op weg. Dan wordt ons duidelijk dat dit team speciaal voor ons vanuit Bangkok met de airambulance is gekomen en we dus nooit ons vliegtuig konden missen.

We rijden de verkeerschaos van Hanoi weer in, maar dit keer veilig in de ambulance die met loeiende sirene zich een weg probeert te banen tussen de enorme hoeveelheid scooters die zich er vervolgens niets van aantrekken en niet opzij gaan. Een uur later zijn we bij het vliegveld van Hanoi waar de grensformaliteiten iets minder tijd in beslag nemen dan gewoonlijk. Binnen tien minuten liggen we beiden op een brancard in een klein vliegtuig. De verpleging baant zich een weg tussen onze brancards door naar voren met voedsel, wat te drinken en de benodigde apparatuur om Wim's conditie in de gaten te houden. Eenmaal in de lucht krijgt hij wat extra zuurstof vanwege de ijle lucht en snoepen we beiden van een lauwe Vietnamese hamburger. Het is inmiddels etenstijd. Het team uit Bangkok is bijzonder aardig en houdt de sfeer er goed in.

In Bangkok aangekomen staat er weer een ander team klaar dat ons met een luxe ambulance naar het grotere vliegveld brengt. Het verkeer hier lijkt weer op dat van ons land, behalve dat ze links rijden. Dat was even verwarrend toen Annemarie naar buiten keek en zich afvroeg waarom de ambulance al het verkeer rechts inhaalde. Overigens gaan ze hier wel opzij voor loeiende sirenes. De ambulance heeft een aardig tempo; we moeten tenslotte nu wel de aansluitende vlucht naar Nederland halen. Dit vliegtuig wacht niet op ons.

Op het vliegveld ontmoeten we Johan, de IC verpleegkundige die Wim gaat begeleiden op de vlucht. Erg aardige man die snel handelt. Annemarie gaat in een rolstoel met begeleider en bagage door de normale paspoortcontrole terwijl Wim met de ambulance naar het platform rijdt en rechtstreeks het vliegtuig in gaat. Vanuit de brancard doemt het enorme toestel voor hem op. Eenmaal binnen wordt hij overgelegd op een smalle, harde brancard waar in de economyclass negen stoelen voor zijn vrijgemaakt. Johan neemt naast hem plaats. Annemarie zit daarentegen omringd door luxe in de businessclass. Het is een half uur voor vertrek; Annemarie maakt een praatje met andere gewonden om haar heen en Wim en Johan hebben een aangenaam gesprek over reizen in Azië. En dan komt de eerste mededeling van de gezagvoerder. Er is een technisch probleem; we kunnen nog niet weg. Een uurtje later lijkt het opgelost en kunnen we taxiën. Nog geen tien meter verder blijven we staan. Nog een half uur later; we moeten terug, het probleem is niet verholpen. Dit herhaalt zich een uurtje later nog een keer, maar dan staan we al bijna bij de startbaan. Johan wil even wachten met de pijnstillers totdat we in de lucht zijn, maar de vertraging loopt nu zo op dat hij een infuus aanbrengt waar Wim voor, tijdens en na de vlucht wat morfine ingespoten krijgt.

Terwijl de technische staf het probleem probeert op te lossen komt de gezagvoerder een praatje maken met Wim en biedt tevens zijn excuses aan voor de vertraging. Hij beseft dat het met name voor de passagier op de brancard heel zwaar is.

Vijf uur later vertrekken we dan eindelijk richting Nederland. Een groot gedeelte van de reis kunnen we beiden gelukkig slapen, Wim dmv morfine en Annemarie dankzij de comfortabele businessclassstoel. Als Annemarie om 6:00 uur NL tijd de slaap niet meer kan vatten is er een aardige stewardess die haar naar Wim begeleidt. Het is de eerste keer dat we elkaar zien in dit grote vliegtuig. Het is even emotioneel, zeker als ze hoort dat Wim veel pijn heeft gehad. En het is een vreemd gezicht hem daar zo te zien liggen tussen al die andere zittende mensen die ons met een blik vol medelijden aanstaren.

We kwamen als eerste in het vliegtuig, maar verlaten het als laatste. Wachtend op Wim die via de lift het platform weer wordt opgebracht is het KLM personeel buitengewoon aardig en behulpzaam en maakt op ons verzoek zelfs een fotootje. Tsja, ook dit hoort tot onze reis. En vloeiend wordt de verantwoordelijkheid weer overgedragen op een ander ambulanceteam dat ons naar Den Bosch zal brengen. We nemen afscheid van Johan, die we zeer dankbaar zijn voor zijn uitstekende zorg.

En dan rijden we weer door ons koude landje. Het regent natuurlijk en in de ambulance is het koud. Het is vreemd en tegelijkertijd vertrouwd om het strak geregelde verkeer en de weilanden weer te zien, na 13 weken in een andere cultuur geleefd te hebben. Thuis wacht ons een warm en emotioneel welkom door Robin, Renée en Glenn die het huis voor ons met veel liefde in orde hebben gebracht. Precies 24 uur later dan het vertrek uit l'Hôpital Français te Hanoi zijn we weer in ons vertrouwde huis in Den Bosch, waar we de komende tijd op ons gemak en omringd door liefdevolle mensen zullen gaan herstellen. Een lange reis die, ondanks de vijf uur vertraging, liep als een geoliede machine, zeker gezien de verschillende organisaties en verpleegkundige teams die erbij betrokken waren.

Langzaam zal de zwarte wolk die de mooie herinneringen aan onze Indo-China reis overschaduwt wegtrekken en zullen we weer in staat zijn om van onze ervaringen te gaan genieten. En in die periode zullen we ons ook gaan beraden over een goede afronding van de verhalen en foto's op dit weblog.

Dank voor alle reacties op onze verhalen, foto's en quizvragen die we altijd met nieuwsgierigheid en plezier lazen. En dank voor alle blijken van medeleven op het moment dat het fout ging; het deed ons goed en helpt ons deze gebeurtenis een plek te geven.

Transport naar huis

We gaan naar huis. Onze vlucht is definitief geboekt. Op zaterdag 1 augustus vliegen we met een brancardvlucht van Hanoi naar Bangkok alwaar we overstappen op een vliegtuig naar Amsterdam om vervolgens op zondag 2 augustus met de ambulance naar huis te worden gebracht.

Opgelucht tellen we nu de uren af, want sinds een dag of vier is Wim bijna zonder pijn, met dank aan een 24-uurs medicatie. Dat bevordert zijn herstel en het betekent dat we naar huis zijn gaan verlangen. Dat betekent overigens niet dat we er al zijn. Er is nog een lange weg te gaan voordat Wim weer normaal kan lopen, de rechterhelft van zijn ribbenkast weer geheeld is en hij dus zonder pijn zal zijn. Er zullen nog wat operaties volgen om allerlei pinnen en platen te verwijderen. Maar zoals de Franse directeur lachend zei: we hebben niks definitief verwijderd dus je zou weer de oude moeten worden.

Annemarie's been herstelt prima. Ze kan zich op haar lichtgewicht krukken aardig voortbewegen en mocht zelfs van de arts een middagje naar het centrum om nog wat souvenirs te kopen en nog eenmaal de sfeer van Hanoi op te snuiven. Per taxi en cyclo wel te verstaan, maar iedereen was verschrikkelijk behulpzaam. Ook zij zal over een jaar of twee opnieuw geopereerd moeten worden om de plaat in haar onderbeen te laten verwijderen. Het zal nog een week of zes duren voordat ze weer voorzichtig mag gaan oefenen met lopen op twee benen.

We voelen nu heel goed dat doorreizen nooit een serieuze optie is geweest en zijn er nu klaar voor om naar huis te gaan. We zullen goede herinneringen houden aan de verpleging die altijd behulpzaam en vriendelijk was, ondanks Wim's herhaaldelijke verzoeken om pijnstillers; soms een paar keer per nacht. Aan de Franse directeur die bijna elke dag een praatje kwam maken en door wiens toedoen Wim 24-uurs medicatie kreeg. Hij had in de gaten dat Wim achteruit ging, gewicht verloor en niet meer het optimisme van het begin uitstraalde. Aan de mensen van de keuken die zich zorgen maakten of we wel genoeg aten en nog maar eens wat extra fruit bij onze maaltijd deden. Aan de mensen van het restaurant die wisten dat we twee “black coffee” wilden en altijd informeerden hoe het ging. Aan de mensen van de administratie die veel voor ons gebeld hebben naar politie en ziekenhuizen om onze bagage en schoenen terug te krijgen. En zelfs aan onze fysiotherapeute die niet zo heel vaardig, maar wel verschrikkelijk aardig was en ons dagelijks de Engelstalige Vietnamese krant bezorgde.


We zullen het toeterende verkeer dat we vanuit ons kamertje nog steeds konden zien en horen niet gaan missen. Maar wel het mooie landschap, de deels ongerepte natuur en de hartelijkheid en de vriendelijkheid van de bevolking. Het deel dat in armoede leeft en dagelijks vecht voor hun bestaan heeft ons geraakt en beïnvloed.

En tot slot: ondanks deze drie weken in het ziekenhuis waardoor we al weer aardig “verwesterd” zijn, verwachten we nog wel een omgekeerde cultuurschok mee te maken. We zullen moeten wennen aan:

  • niet meer mogen rochelen en spugen op de grond, in de bus of in het restaurant

  • niet meer in het openbaar boeren laten

  • geen afval meer door het raam van de bus te mogen gooien of tijdens het wandelen op straat of in een restaurant naast je stoel

  • de billen met wcpapier moeten afvegen en niet met een bidetsproeier

  • niet meer met z'n vijven op een scooter te mogen kruipen

  • dat we ons aan verkeersregels moeten houden

  • dat we voedsel eten dat niet net van te voren gedood en gevild is

  • binnenshuis schoenen te blijven dragen

  • niet meer om zes uur 's-ochtends door hanen, rondscharrelende varkens, mekkerende geiten gewekt te worden of door propaganda via luidsprekers in het dorp

  • niet geattendeerd te worden op het feit dat de bus gaat vertrekken

  • dat we geen taxichauffeurs van ons af hoeven te slaan als we uit de bus stappen

  • dat we niet onze scooter op het dak van de bus kunnen meenemen

  • dat je niet die zes zakken rijst en twee manden met kippen die je net gekocht hebt in het gangpad van de bus mag opstapelen

  • dat de bus niet zomaar stopt als je op een willekeurig punt langs de weg je hand op steekt

  • dat de bus niet op een willekeurig moment ergens stopt omdat de chauffeur wil eten

  • dat als je moet plassen, de bus daar niet voor gaat stoppen

  • dat alles op een menukaart verkrijgbaar is en we niet meer horen: Oh sorry, no heb.

  • dat je niet voor 5 euro met z'n tweetjes uit eten kan

  • dat je nergens langs de straat noedelsoep of hondevlees kan eten

  • dat we in het openbaar weer onze liefde voor elkaar mogen tonen

Wat zullen we heimwee krijgen naar Indo-China!


Onze reis zit er bijna op, maar onze weblog nog niet. We laten weten als we weer veilig thuis zijn!


Transport in Indo-China

Ons herstel verloopt voorspoedig mede dankzij jullie hartverwarmende reacties. Heel erg dank daarvoor! Het was heerlijk om te lezen.

Na een dipje waarin vooral Wim heel veel pijn had zitten we nu weer in een opgaande lijn. Het moment waarop Wim stabiel genoeg is om naar huis te vliegen komt in zicht. Waarschijnlijk worden we dit weekend of anders kort daarna (hangt van de vlucht af) ontslagen.


We hebben een fantastische reis gemaakt en genieten hier in het ziekenhuis nog van na. De laatste weken die we missen zouden voornamelijk rustweken zijn geweest aan de kust. We hebben nu de tijd en de rust om een bijzondere fotoserie te plaatsen van allerlei soorten transportmiddelen die we in Vietnam, Cambodja en Laos tegenkwamen. Dat het verkeer in Indo-China heel bijzonder is wisten we al en hebben we dat nu helaas aan den lijve moeten ondervinden. Toch kunnen we genieten van al die bijzondere transportmiddelen en hopelijk nemen we jullie daar een beetje in mee.


Een adembenemende actie met als gevolg een onoverkomenlijke koerswijziging

We schrijven dit verhaal vanuit l'Hôpital Français de Hanoi. Kamer inclusief ontbijt, lunch en diner, 24-uurs service en internet. Zo luxe hebben we nog niet gezeten en dit alles betaald door de verzekering ;-) Maar goed, serieus; ons motoravontuur is ten einde. We waren ervan overtuigd dat we het letterlijk waanzinnige verkeer in Vietnam de baas waren. Ondanks onze alertheid en Wim's veilige manier van rijden zijn we toch door een vrachtwagen geschept. Vraag niet hoe en waarom: we zijn allebei het moment voor, tijdens en direct na de botsing volledig kwijt. We praten er met elkaar over, maar er komen geen beelden terug. Gelukkig maar, dan worden we ook niet geplaagd door ellendige nachtmerries.

Geestelijk zijn we verder allebei helemaal okay, lichamelijk hebben we wel wat deuken opgelopen. Als bestuurder heeft Wim de ergste klappen gehad; zeven gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen, linkerhand en rechteroor, een scheur in zijn heup en wat schaaf- en snijwonden. Alsof dat nog niet genoeg is hebben zijn gebroken ribben zijn long beschadigd waardoor deze is gaan bloeden en is ingeklapt. Operatief is er een drain ingebracht om het bloed weg te halen en operatief zijn de sleutelbeen en de hand gezet.

Ook Annemarie heeft een operatie moeten ondergaan, maar een stuk minder heftig. Een gebroken onderbeen is gezet en de huid van de knie die open lag is gerepareerd. Verder heeft ze één gebroken rib, ook wat kneuzingen en wat hechtingen hier en daar .

We snappen dat voor wie dit leest en nog niet (of gedeeltelijk) op de hoogte was, dit wel even schrikken is. Ook voor ons was het een vreemde gewaarwording om het ene moment, na een pauze, weer op de motor te stappen en het andere moment bebloed in een auto te zitten op weg naar een EHBO zonder besef van wat er gebeurd is.

Maar het gaat goed met ons. Wat ons gerust stelt is dat Renée goed en rustig reageert op het nieuws, dat Robin met iets minder gedetailleerde informatie op vakantie is in Kreta en Tijn idem dito heerlijk op fietsvakantie gaat met Mark. Ondanks onze tegenslag blijven we positief en heel sterk samen. Een tijd lang hebben we hoop geput uit het feit dat we over een week of twee weer op een heel rustige manier verder zouden kunnen reizen. Maar vandaag is definitief het doek gevallen; we komen naar huis.


Op dinsdag 14 juli vertrekken we vanuit Ninh Binh naar Vinh. Het eerste uur zetten we in een internetcafé ons verhaal en de foto's op de website waarna we op de motor stappen. Na een tocht van vier uur met een fantastische lunch (zie foto's) zijn we in Vinh, een drukke stad vlakbij het geboortehuis van Ho Chi Minh. De bedoeling is om hier een nachtje te bljiven, het geboorthuis te bezoeken en door te reizen naar Hué. Maar de stad is te groot en te druk naar onze zin. Na een stop voor een verfrissend colaatje besluiten we door te reizen naar een plaatsje verderop aan de kust, nog maar 30 km. Daar kunnen we een paar dagen luieren en zonnen. Helaas, dit gaat niet gebeuren.

Voor mijn gevoel nog maar een paar minuten nadat we weer zijn vertrokken krijgen we een ongeluk. Althans, dat wordt ons later verteld, want enige herinnering is er niet. Omdat mijn geheugen eerder begint dan dat van Wim vervolg ik in de ik-vorm in tegenstelling tot de andere verhalen die we samen geschreven hebben.

Ik zit in een auto en kijk naar Wim die kreunend en met gescheurde kleding naast me zit. We kijken elkaar aan en vragen wat er gebeurd is. Kijkend naar Wim's bloedende oor en bleke gezicht word ik bang en vraag ons zo snel mogelijk naar een ziekenhuis te brengen. Dat de mannen voorin dit niet verstaan begrijp ik later pas, maar het is logisch dat ze met ons onderweg zijn naar medische hulp en we niet de rimboe in worden ontvoerd. Wie deze mannen zijn weet ik niet. Ik denk alleen maar: einde reis. We arriveren bij een soort van EHBO wat later het Public Hospital in Vinh blijkt te zijn. We worden hardhandig op een brancard gelegd en daar begint het wachten. Ik voel nu pas de pijn in mijn been en mijn hoofd en als ik me probeer op te richten om te kijken waar ze Wim laten word ik onmiddellijk bestraft door mijn ribben die me duidelijk maken weer te gaan liggen. Tientallen Aziatische ogen staren me aan. Wie zijn deze mensen en waarom doet niemand iets? Eindelijk word ik weggereden, maar twee meter verder weer neergezet om ruimte te maken voor andere kreunende gewonden. Waar zijn we? Waar is Wim?


Dan spreekt een aardige Vietnamees me aan. Hij kan een beetje Engels, komt net van een workshop die hij in dit ziekenhuis gevolgd heeft, ziet ons liggen en besluit ons te helpen omdat hij weet dat er in dit ziekenhuis bijna niemand Engels spreekt. Hij vertelt me dat Wim op weg is naar de röntgenafdeling om en dat ik daar ook zo naar toe wordt gebracht. Hij geeft me zijn telefoonnummer dat ik kan noteren in mijn mobiele telefoon die godzijdank nog in mijn gescheurde broek zit.

Dan ga ik eindelijk naar de röntgenafdeling waar ze foto's maken van mijn been. Vervolgens wordt mijn brancard in een open gang tussen twee gebouwen neergezet. Ik sta in de buitenlucht en zie de Gecko's boven mijn hoofd lopen. Aan de verpleegster die bij me is vraag ik 'nuoc'; water, het enige Vietnamese woord dat ik ken. Ze loopt weg om vervolgens het komende half uur niet meer terug te komen. Zonder te drinken word ik weer in de hal gelegd waar we ook binnenkwamen. Er blijft een man bij mij bed hangen. Wie is dit? Hij spreekt geen woord Engels. Wat gaat er met ons gebeuren, waarom moeten we zolang wachten? Ik besluit de aardige Vietnamees te bellen, Hij zit net te eten en vertelt me dat hij er over twintig minuten zal zijn. Ik vraag hem om met de man naast me te spreken om uit te vinden wie hij is. Het blijkt de chauffeur van de vrachtwagen te zijn die ons heeft aangereden. Zijn shirt zit onder het bloed. Hij is niet gewond dus dat bloed moet van een van ons zijn.

De brancard waar ik op lig is nog comfortabel vergeleken met het bed waar ik op word gelegd. Geen matras, alleen een cocosmat. Tientallen vrouwen om me heen waarvan twee in een soort van vaal verpleegsterskostuum die aan me beginnen te sjorren. Ik blijk op de verpleegafdeling te zijn beland, maar dit is niet af te zien aan de ruimte. Okay; de hoeveelheid bedden verraden het, maar de grauwe muren, de afwezigheid van klinisch licht en apparatuur zijn misleidend. Mijn kleding wordt kapot geknipt en ik word “verbonden”. Voor mijn gevoel gaat er een liter betadine in de wond op mijn knie en ik grom meer dan bij mijn bevalling. In een spalk en slordig verband om mijn hoofd (knip; daar gaat een lok) wordt mijn bed tussen de anderen gezet (het verbinden gebeurde in de gang.) Ook Wim ligt daar, maar dat hoor ik later pas als de aardige Vietnamees arriveert. Dan is er uiteindelijk ook een Engels sprekende dokter die me uitlegt dat mjn knie in puin ligt en ik geopereerd word om de stukjes eruit te halen. Wim heeft een gebroken sleutelbeen en gekneusde ribben en geen operatie nodig. Ik leg de dokter uit dat ik liever in NL geopereerd wil worden en zeg met klem tegen de aardige Vietnamees dat ze niet mogen opereren zonder mjin toestemming. Ik wil met Wim overleggen en hoor en zie de dokter praten met iemand in het Engels. Ik vraag hem of hij wat kan schuiven met de bedden en ja hoor, na wat commando's zetten alle Aziaten in de ruimte zich in beweging en wordt Wim's bed naast het mijne gezet. De voltallige familie van elke Vietnamese patiënt op de verpleegafdeling is aanwezig en zit op of rond het bed. Ook onze bedden worden bevolkt door mensen die ons vol medelijden aankijken. 'Ik wil weg, ik wil naar huis' is het enige dat ik kan denken. Wim, die dan nog denkt dat mijn letsel het ergst is, legt me uit dat ik binnen twee weken herstel en dat we onze reis kunnen hervatten. Ik twijfel, deel zijn optimisme nog niet. Ik zie, samen met de aardige Vietnamees, dat hij er ernstiger aan toe is dan de doktoren ons doen geloven. We praten wat en ontdekken dat de mensen om ons heen de chauffeur met zijn familie is. Zijn vrouw krijgt opdracht wat te drinken voor ons te halen en zijn zoon waaiert Wim wat koelte toe. Wat een cultuur. Het is inmiddels 22:00 uur, maar hongerig zijn we niet.

Dan komt de dokter met het verlossende antwoord: we worden naar een ziekenhuis in Hanoi gebracht waar iemand van de Nederlandse Ambassade ons verder zal helpen. Ik zak opgelucht in mijn harde kussen; de morfine gaat werken, nog niet wetende wat voor ellendige rit ons te wachten staat.


Hanoi is 350 km. We doen er zeven uur over, de hele nacht. De eerste uren dommelen we wat weg, nog onder invloed van de morfine. Maar dan raakt deze uitgewerkt. Bij elke hobbel kreunt Wim en uiteindelijk houdt hij het niet uit. We weten dan nog niet dat zijn ribben gebroken zijn en zijn long geperforeerd is. Hij krijgt water, krijgt wat meer medicatie in zijn infuus en wordt iets verlegd op de harde brancard in de rammelige ambulance die van binnenuit meer lijkt op een bestelauto. Medische apparatuur is afwezig. Maar door het stilstaan is het vreselijk warm geworden in de auto waardoor ik misselijk word. Ik vraag ze weer te stoppen en maak duidelijk dat ik moet “throw up”, maar dat woord kennen ze niet en “vomit” komt even niet in me op. Ik kan het niet meer inhouden en kots naast mijn brancard. De rest gaat naar buiten als de zijdeur eindelijk openschuift. Ik kan alleen maar sorry, sorry mompelen. Een uurtje later, het wordt al licht, is de pijn voor Wim ondraaglijk geworden en krijgt hij een shot morfine.

We rijden Hanoi in, maar de stad kennende weet ik dat het nog een hele tijd kan duren voor we op onze bestemming zijn. De verlossende stop komt, maar weer zijn we in een EHBO-schuur beland waar ze in gebrekkig Engels vragen wat er gebeurd is en of we een vriend hebben in Vietnam. We willen hulp! Ik word opnieuw verbonden en weer gaat er een liter betadine in de wond. Het is in ieder geval goed ontsmet. Wim vraagt om hem rechtop te zetten. Zijn rug en schouders zijn zeer pijnlijk na 14 uur op een brancard, maar ze begrijpen hem niet. We worden weggereden naar een andere ruimte; weer tientallen Aziatische ogen en daar is de chauffeur ook weer. Waar komt hij opeens vandaan?

Ik moet erg plassen en probeer dat met gebaren duidelijk te maken. De chauffeur vraagt een Vietname vrouw me te helpen. Mijn broek wordt omlaag gesjort, maar kan niet over de spalk. Met heel veel moeite kan ik een beetje zitten. Als de steek onder me zit kan ik me niet ontspannen met al die ogen op me gericht. Geen druppel, niks. Met een schaapachtig lachje geef ik de steek terug. Ik vraag nogmaals wat er gaat gebeuren, maar niemand begrijpt me.

Ook weet ik weer niet waar Wim gebleven is. Maar plotseling word ik op een lage brancard gelegd en in een echte ambulance gereden. Nog net vang ik een glimp op van Wim die in de volgende ambulance gaat. Airco en een betere vering. Komt het nu dan echt goed? De chauffeur zit weer naast me.

En dan worden we van alle kanten aangepakt en een gebouw ingereden dat echt op een ziekenhuis lijkt; steriel wit en met een heleboel verpleegsters in een smetteloos wit kostuum die Engels spreken. We worden gewassen, opnieuw verbonden (auw auw), ik kan eindelijk plassen en Wim wordt goed onderzocht. Binnen now time staat een Franse directeur/dokter aan ons bed die informatie in wint en opdrachten geeft aan het personeel. We zijn in het l'Hopital Français. Niks wachttijden, wel weer röntgenfoto's en CT scan, maar dat geeft me meer vertrouwen, vooral naar de toestand van Wim toe. Er blijkt inderdaad meer met hem aan de hand zoals ik al dacht en hij wordt naar IC gebracht en niet naar de beloofde kamer samen. De laatste elf weken 24 uur bij elkaar en nu gescheiden. Me zorgen om hem makend blijft een traantje niet uit. De zusters en doktoren leggen me uit dat het goed met hem komt. Ik zucht en geef me over aan hun professionele handen, 16 uur later dan ons ongeluk.


Schoon en in een zacht bed in mijn eigen kamer met TV (waar ik niks van kan zien, want ik had tijdens het ongeluk een bril op en die is er niet meer) wordt me verteld dat Wim en ik na elkaar geopereerd gaan worden. Na wat wachten, een shot morfine en telkens weer bloeddruk en temperatuur meten word ik gehaald. Wim's operatie is goed gegaan vertelt de chirurg die ik in de operatiekamer weer ontmoet. Wat ze precies hebben gedaan weet ik nog steeds niet. Bij mij blijkt mijn onderbeen gebroken en niet mijn knie zoals me eerder werd verteld. Omdat het een open fractuur is wordt er een plaat tegen het gebroken bot gezet en zal mijn knie worden gehecht. De chirurg verzekert me nogmaals dat er met de binnenkant van mijn knie niks aan de hand is. Het is overigens een ontzettend aardige man net zoals de Franse o.k. assistent in wiens armen ik mag leunen als ik mijn ruggeprik krijg. Hij blijkt een mooie stem te hebben en samen zingen we l'oiseau en l'enfant (dankje Anne-Claire!). Ik wist niet dat een operatie zo gezellig kon zijn! Als ik word weggereden vertelt de anesthesiste vrolijk dat 'my husband' weer wakker is. Okay, ik kan rustig de nacht in, want ik lag naar het einde van de operatie toe te klappertanden van de kou en de spanning.

Na een onrustige nacht (ik reageer niet goed op de morfine) ben ik na een ochtendslaapje best fit. Mijn linkerbeen zit tot mijn heup in een brace, uit mijn knie komt een drain en ik lig aan het infuus dus ik kan niks zelf. Ik mag weer eten en aan het eind van de ochtend komt de fysio die een looprek brengt. Samen lopen we door de kamer. Vanmiddag gaan we verder oefenen. Ik ben blij, want ik word gek van het nietsdoen. Aan de verpleegsters vraag ik voortdurend info over

Wim, ze blijven zeggen dat het goed gaat. Onze bagage is nog bij de politie en mijn enige bezit is mijn telefoon, horloge, usb-stick, pakje kauwgom die allemaal in de zak van mijn 'reisbroek' zaten. Deze laatste is trouwens, net zoals Wim z'n kleding, kapot geknipt om onze wonden te verzorgen. En verder heb ik ook mijn schrijfboekje dat op mijn buik werd gelegd toen ik op de brancard het eerste ziekenhuis in ging. Blijkbaar uit de bagage gevallen. Het is heerlijk om het boekje bij me te hebben (dankjewel Rita!). Ik verdrijf de tijd en mijn emoties door het hele verhaal op te schrijven.

Die middag, als ik net met mijn looprek op het toilet ben komt de Franse directeur weer langs. Verheugd ziet hij dat ik enigszins mobiel ben en hij vraagt me of ik my husband wil bezoeken nadat hij me heeft verteld dat Wim buitengewoon optimistisch is en monter ondanks alle slangen en fracturen. Als een kind zo blij wil ik hem bijna omhelzen. Dan hoor ik voor het eerst over de hoeveelheid gebroken ribben en zijn ingeklapte long. Hij stuurt meteen een nurse die me begeleidt naar mijn dappere held.

Wat heerlijk om hem te zien en wat ziet hij er vreselijk uit. Gips om zijn hand, verband om zijn hoofd, zijn gezicht geschaafd en inderdaad overal slangen. Hij heeft een drain in zijn borstkast om het bloed achter zijn longen weg te spoelen. Hij zit rechtop en kan met me praten al zakt hij even later steeds weg. Zijn pijn wordt nog onder controle gehouden met morfine. Ik moet onwillekeurig ook lachen; ik in een looprek op bezoek bij mijn man; dit zou pas aan de hand zijn als we boven de 80 waren. We filosoferen over verder reizen, maar beseffen ook dat dat misschien niet haalbaar is. We beloven elkaar positief te blijven en met een voorzichtige kus op zijn ongeschoren gezicht verlaat ik de kamer.


Omdat ik het meest fit ben, volgt er een reeks telefoontjes naar de verzekering. Zij “verzekeren” ons dat eerder terugvliegen nog niet zo gemakkeljk is dus is het afwachten. Voorlopig zitten we in Hanoi, met nog geen zicht op wat er gaat gebeuren, maar we zijn in zeer goede handen.


Vrijdag 17 juli. We gaan herenigd worden! Vanochtend kwam het goede nieuws dat my husband bij me op de kamer komt. Een uurtje later komt er een nurse me zeggen dat er iemand naast me komt liggen. Als een kind zo blij ga ik rechtop zitten om hem te ontvangen. Maar dan wordt mijn gordijn dichtgeschoven en hoor ik een heleboel Vietnamees gebabbel. 'Oh God, nee!, niet me eerst blij maken en dan een andere beslissing maken!' Gaat het dan niet goed met Wim? Mag hij niet van IC? Zijn er complicaties? Als ze nu mijn bloeddruk, temperatuur en hartritme zouden meten (wat ze tig keer per dag doen), zou het wel wat hoger uitvallen. Als het geluid verstomt hoor ik alleen een nurse scharrelen. Mijn kans. Ik roep 'hello' en ze steekt haar hoofd om de hoek. Met een beverig stemmetje vraag ik of my husband niet meer komt. 'Yes, yes', antwoordt ze. Ze schuift het gordijn weer open, het bed is weer strak, geen Vietnamees meer te bekennen.

Een paar uurtjes later is de echte parade. Met een stralende glimlach komt de nurse van IC me mededelen dat my husband is coming. Ze wordt op de voet gevolgd door een verpleger die zo mogelijk nog enthousiaster reageert. En daar komt zijn bed door de deur; ik mis alleen nog de camera's, bloemen en Caroline Tensen, maar verder wordt Wim met alle égards binnengehaald! We zijn weer samen!

Nog geen tien minuten later komt de chauffeur binnen met zijn nichtje die ietwat Engels spreekt en kan tolken. Ze brengen 24 pakjes (niet overdreven) 'Dutch Lady' mee. Dat is gesteriliseerde melk met een smaakje die Nederland exporteert naar Azie. Wist je dat? Deze melk staat hier gelijk aan gezond dus voorlopig kunnen we vooruit. Met veel handen en voeten en herhalingen (ze spreekt maar een paar woorden Engels) maken ze ons duidelijk dat de Nederlandse Ambassade heeft gebeld. Binnen een paar minuten heb ik iemand van de Ambassade aan de lijn; ze gaan ons helpen contact te leggen met de politie om onze bagage terug te krijgen, inclusief ons geld, bankpassen en paspoort. De chauffeur vraagt ons vervolgens hem te helpen zijn truck terug te krijgen. Ook deze heeft de politie in beslag genomen. We snappen niet goed hoe we hierin kunnen helpen, maar de medewerkster van de ambassade legt uit dat we een verklaring moeten afgeven dat we geen klacht indienen en dan is de zaak gesloten. Zo gaat dat dus in Vietnam. Geen verzekeringsmaatschappijen die het met elkaar uitvechten. De chauffeur is een zeer arme man, afhankelijk van zijn truck. Geen truck, geen inkomen. Geen wonder dat hij bij ons in de buurt is gebleven. Het is nu weekend dus we besluiten dat maandag iemand van de ambassade langs komt om de boel te regelen en de adders onder het gras op te zoeken.

Meer goed nieuws als de Franse directeur langskomt voor zijn dagelijks bezoekje. Hij is zeer belangstellend en attent; ongelooflijk aardige man. We vertellen hem dat we graag onze reis willen hervatten en of hij kan inschatten wanneer en hoe dat kan. Hij is zeer positief, denkt aan een ontslag na het weekend. Dan moeten we wel eerst onze spulletjes terug hebben; om nou in ziekenhuistenue en zonder geld op pad te gaan maakt ook weer zo'n slechte indruk. Vanaf woensdag of donderdag zouden we onze reis per trein en taxi kunnen vervolgen. Ik mis de mobiliteit in mijn benen, Wim in zijn armen, maar combineer dat met een leuke Vietnamese kruier en we kunnen nog een paar plaatsen bezoeken in de vier weken die ons dan nog resten. Dat we het hier te rooskleurig inzien blijkt veel later pas en ligt misschien aan de morfine die Wim nog steeds krijgt, mijn voorspoedige herstel en het optimisme van de directeur.


Zaterdag 18 juli

Onze plannen voor doorreizen zijn even in de ijskast gezet. Onze behandelend arts heeft zijn twijfels uitgesproken en wil ons nog twee weken in de buurt houden. Vooral Wim moet bedrust houden omdat zijn ribben anders niet goed genezen. Na een tweede röntgenfoto blijk ook ik een gebroken rib te hebben, maar deze geneest okay. Het verklaart wel de pijn in mijn zij en de moeite om overeind te komen. Het zijn tegenvallers, maar we houden moed.


Maandag 20 juli

Wim's genezing vordert maar heel langzaam. Het was een saai weekend, vandaag hadden we wat meer actie verwacht. Ambassade, drain bij Wim eruit, etc. Niets van dat alles. In plaats daarvan vullen we zelf onze dag: Wim oefent in rechtop zitten, even staan en in een stoel gaan zitten. Dit alles kost heel veel kracht en energie. Zwetend moet hij weer gaan liggen. Er is nog een lange weg te gaan, dat beseffen we maar al te goed. We hebben veel steun aan elkaar, zo goed en zo kwaad als het gaat vinden we momenten om elkaar te knuffelen. Stram en ingepakt als twee Michelinpoppetjes. Toch voelt het goed. We komen de dag verder door met alledaagse handelingen die voor ons nu veel tijd kosten; ik was Wim die aan bed gekluisterd is, door heen en weer te hupsen naar de badkamer. Goede oefening voor mij, heerlijk voor hem. Daarna moeten we beide een uur bijkomen van de inspanning. Weer een ochtend voorbij.


Dinsdag 21 juli

De aanrijding is alweer een week geleden. Het lijkt een eeuwigheid en tegelijkertijd nog maar zo kort. We zijn ieder besef van tijd kwijt. Het is een heftige dag, maar wel één met veel actie; Wim z'n drain mag eruit, zijn long functioneert weer goed. Geheel pijnloos is het niet; het is weer een aanslag op zijn weinige energie. Maar de weg staat open voor herstel; elke dag oefenen met zitten, staan, lopen.

Na het bezoek van de Franse directeur snappen we waarom het lopen zo moeizaam gaat en zo pijnlijk is: er zit ook een fractuur in zijn heup. Weer een tegenvaller.

Een medewerker van de Nederlandse Ambassade komt langs met stroopwafels en een puzzelboek. Heerlijk! (Afgelopen vrijdag kwam al iemand van de Ambassade met een telefoon en oplader. Ik had verteld dat mijn mobieltje bijna leeg was. Verschrikkelijk attent allemaal!) De medewerker (Patrick) noteert ons verhaal en er blijkt schot in de zaak te komen. Morgenvroeg komt de politie langs om onze bagage te brengen en de juridische zaken af te handelen. Ook de mensen van de ambassade zullen er zijn om te tolken en er op toe te zien dat alles eerlijk verloopt. Wat een geweldige hulp allemaal. Op deze manier voelen we ons er niet alleen voor staan en kunnen we de aandacht geven aan de genezing.

Ik help Wim vandaag ook met scheren. Van Rambo verandert hij in Don Juan die alle verpleegsters hier betovert met zijn blauwe ogen. Alleen degene die een aardig mondje Engels spreken begrijpen zijn grapjes ;-), maar allemaal vinden ze ons een verschrikkelijk nice couple.


Woensdag 22 juli

Een dag vol hoog bezoek en een dag van beslissingen. In de ochtend komen de doktoren met een delegatie van drie bij ons om mede te delen dat verder reizen uitgesloten is gezien Wim's verwondingen. Het risico dat zijn vele gebroken ribben opnieuw een inwendige bloeding veroorzaken is te groot. Hij dient de komende weken zoveel mogelijk bedrust te houden.

We zullen nog zeker 10 dagen in het ziekenhuis moeten blijven, pas dan is Wim voldoende stabiel om vervoerd te kunnen worden. Er wordt nu gesproken over een vlucht terug waarbij hij op een brancard ligt omdat zo lang zitten niet goed is. Er gaat dan ook een verpleegster mee.

Als de doktoren weg zijn kruip ik bij Wim op bed. Dit is incasseren. We zijn beiden vreselijk van slag, maar gedurende de dag accepteren we de situatie; onze gezondheid gaat boven alles.

De politie en de mensen van de ambassade komen langs om onze verklaringen op te nemen. De vrachtwagenchauffeur die ons heeft aangereden is er ook bij. Het blijkt dat hij ons tegemoet kwam, plotseling linksaf ging en ons toen heeft geschept. Het is helder dat ons geen enkele blaam treft. Het duurt twee uur voordat alles op papier staat. Als er in Vietnam een ongeluk gebeurt waarbij één van de partijen meer dan 30% gewond is, dan volgt er automatisch een rechtzaak. We hebben teveel armoede gezien en de 'struggle for life' om de man ook nog een rechtzaak aan te doen. We tekenen een verklaring waarin we elkaar niet aanklagen. De zaak is gesloten.

Onze rugzakken zijn er weer. Dik onder het stof, maar compleet zo te zien. We kunnen eindelijk weer een bril opzetten om tv te kijken en elkaar beter te zien ;-) Wim z'n motorbrll is gesneuveld in de strijd, maar gelukkig heeft hij nog een reserve. Mijn lenzen hebben het overleefd dus voor mij opent zich een nieuwe wereld. Onze schoenen zijn ergens in één van de ziekenhuizen die we hebben aangedaan blijven liggen. Hopelijk maken ze er een paar arme Vietnamezen blij mee. We moeten dus op onze sandaaltjes terug. De helmen die we hier hadden gekocht, doneren we aan de verpleegsters. Die vinden er vast wel een goede bestemming voor. Onze laptop is helemaal intact en we hebben in de kamer een netwerkverbinding. We kunnen ons verhaal eindelijk op de website zetten.


Onze reis is binnenkort ten einde, maar onze informatie nog niet. Blijf volgen!


Halong Bay en Ninh Binh: karstlandschap in het water en op het droge

Hanoi op eigen houtje met de motor verlaten is ingewikkeld, het is tenslotte een stad met zo'n vier miljoen inwoners. We rijden op ons richtingsgevoel en het blijkt goed uit te pakken. Na drie kwartier zitten we op de snelweg naar de kust. De 'snelweg' (auto's, vrachtauto's, bussen, fietsers, scooters, voetgangers, straatverkopers en één motor maken gebruik van deze weg) is vierbaans maar niemand trekt zich iets aan van lijnen, houdt zich aan de regels of kijkt achterom.

Als een voetganger aanstalten maakt om over te steken..... dan doet hij dat ook. Dat daardoor iemand zwaar in de remmen moet maakt niet uit. Vrachtauto's links inhalen is als Russische Roulette; de chauffeur kan zomaar zonder reden naar links uitwijken zonder in zijn spiegel of over zijn schouder te kijken! Men haalt elkaar links en rechts in, steken te pas en te onpas over en er komen zelfs tegenliggers terwijl er toch een vangrail is tussen de vier rijstroken. Het meest irritante is wel het geluid van de zware claxons waarmee bussen en vrachtwagens zijn uitgerust en die bij elke manouvre worden gebruikt. Gelukkig wordt er niet veel harder dan 75 km per uur gereden. We leren snel, raken gewend aan het oorverdovende lawaai en zijn bijzonder allert.

Nekken en neuzen verbrand (het is 38 graden en strak blauw), maar we zijn veilig in Halong Bay, een baai in de provincie Quang Ninh aan de grens met China. De baai is bezaaid met 3000 eilandjes die loodrecht oprijzen uit het water van de Golf van Tonkin. Het zijn kalksteen rotsen begroeid met lage struiken. Halong Bay 'baai van de neerdalende draak' dankt z'n naam aan de volgende legende: op zekere dag wilde een draak naar de kust. Hij sprong vanuit de bergen naar beneden en kwam zo hard neer dat er diepe dalen ontstonden. Vervolgens dook hij in zee waardoor het opspattende water de dalen vulde. Alleen de hoogste toppen staken nog boven het wateropvlak uit. Nog steeds doen verhalen van vissers de ronde dat er een draak in de baai rondzwemt. Halong Bay staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

De grillige rotspartijen gaan we zien per boot. We varen twee dagen met een klein schip dat plaats biedt aan twintig mensen en we overnachten aan boord. Het is een toeristische gebeurtenis omdat veel toeristen vanuit Hanoi een twee- of driedaagse tour met een boot maken. We varen dus zeker niet alleen de haven uit..... Toch maakt de schitterende natuur en de ambiance veel goed; toevallig hebben wij één van de twee cabines met een balkon.

Het bezoeken van een grot is bij de tour inbegrepen, maar daar hebben we niet zoveel zin in omdat vele schepen (ook de eendagsboten) daar tegelijkertijd aanleggen. En ja hoor.......... voetje voor voetje lopen we achter al die andere toeristen aan door de grot. Gelukkig blijken de grotten prachtig en enorm groot waardoor we het negatieve element weer gauw vergeten. Na het bezoek varen we naar een stille baai om te overnachten. We gaan aan het diner dat evenals de lunch eerder op de dag weer erg lekker is. Kort voor en/of na het eten is het zwemmen in zee of zonnen aan dek. 's-Avonds is het natuurlijk....... karaoke!! En wie begint er .... ? Het wordt erg gezellig ondanks de verschillen in cultuur en afkomst; Australiers, Fransen, Duiters, Noren, Belgen, Taiwanezen, Vietnamezen en Nederlanders. s-Ochtends als we wakker worden kijken we vanuit ons bed over de stille baai waarin we voor anker liggen. We stappen uit bed om eerst maar eens even te genieten van het prachtige uitzicht alvorens te ontbijten.

We reizen verder langs de kust naar Ninh Binh en overnachten in een klein plaatsje waarvan we de naam noch op een bord noch op een kaart hebben kunnen vinden. Ons hotel blijkt op de tweede verdieping een disco te hebben met sterke boxen. De enige manier op dit te doorstaan is door ons tussen de discogangers te begeven. De gemiddelde leeftijd is 16 jaar; door onze komst brengen we dat fors omhoog.

Weer verder op zondag 12 juli, het is bewolkt, maar dat vinden we eigenlijk wel lekker totdat het begint te regenen. Regenen in dit deel van Azie is wel echt regenen en vaak uren aan een stuk. We besluiten een poosje te schuilen en stappen met soppende voeten een caféetje binnen waar ze toevallig ook kat serveren. Toch alleen maar koffie dan........ Het worden er meerdere voordat we verder kunnen. Het blijft een beetje regenen, maar de temperatuur is heerlijk dus bereiken we Ninh Binh zonder onderbrekingen in korte tijd. Vanuit hier bezoeken we het prachtige karstlandschap dat doet denken aan Halong bay maar dan zonder zee (dat rijmt). We bezoeken de Bich Dong pagode die in een rots is gebouwd. Vervolgens nemen we een alternatieve route, met deze motor is alles mogelijk, en belanden we bij een klein parkje in de middle of nowhere. We zien een ongelofelijk lange en hoge trap naar de top van de berg met bovenaan een soort tempeltje. Opnieuw voelen we ons uitgedaagd om de klim te maken. Het resultaat is verbluffend, de rotspartijen zijn werkelijk adembenemend, zie foto's. Vanaf de top zien we de bootjes die vanuit het dorp Van Lam naar Tam Coc (drie grotten) varen, een drie uur durende vaartocht. We verblijven een hele tijd met z'n tweeen boven aan de top en vangen de draak die de berg bewaakt. Als we beneden komen bezoeken we nog even het park dat toegang geeft tot de Mua Grot en een openlucht theater. Het is een heerlijk gebied om rond te reizen en de vrijheid van ons vervoer maakt het nog meer bijzonder.

Hanoi en de weg daarheen

Na onze trekking komen we vroeg in de middag in Luang Namtha waar we nog voldoende energie over hebben om de bus naar Oudomsay te nemen. Vanaf daar is het nog zo'n honderdvijftig kilometer naar de Vietnamese grens. We denken dat zo'n afstand in één dag met de bus te doen is en we besluiten om een extra dag in Oudomsay door te brengen om de natte spullen (nog van de trekking) uit te wassen en alles te laten drogen.

De laatste dag in Laos starten we vol goede moed; we zijn klaar voor Vietnam. De eerste 80 kilometer is wel een zware bergrit, maar verloopt gemakkelijk en we komen rond 13.00 uur in Muang Khoua aan, een klein dorpje aan de rivier 'Nam Ou'. Als we daar aankomen wordt ons duidelijk gemaakt dat de bus naar de Vietnamese grens vandaag niet rijdt omdat het drie dagen geregend heeft. Als de bus die van de Vietnamese grens terugkomt vandaag wel aankomt zal deze pas de volgende dag om zeven uur vertrekken. Wij vertellen dat we vandaag nog de grens over moeten omdat ons visum afloopt. Jammer voor ons dus, maar volgens de Lao 'no problem'.

Als we 's-ochtends om zeven uur bij de rivier aankomen worden we overgezet met een klein bootje, er is geen brug, en zien we daar aan de overkant een kleine bus staan. Het is een extra sterke bus wordt ons verteld omdat de weg erg slecht is. Erg slecht is overdreven, de weg is onbegaanbaar. We doen vijf uur over een stuk van minder dan tachtig kilometer. Het is een soort Brennerpas, maar dan 32 kilometer over een lemen bospad, diepe modderpoelen en enkele keren moeten we zelfs op ondiepe plekken een rivier oversteken. De bus zit meerdere keren gewoon vast, maar kan steeds loskomen, dit vooral door de kwaliteit van de buschauffeur. De man weet de bus, wanneer deze in de slip raakt, te corrigeren. En dat allemaal in scherpe bochten kort langs de afgrond, zelfs Wim begint een beetje de kriebels te krijgen.

Als we dan eindelijk bij de Laosgrens 'outcheck' zijn, hebben we erg veel moeite om uit te leggen dat het niet onze planning, maar de Lao-wegen zijn die er voor zorgen dat wij een dag te laat zijn. Na een hele discussie moeten we tien dollar (7,5 euro) boete betalen. Op naar de Vietnamese grens, hier duurt het alles bij elkaar een uur voor we de grens over zijn. Zelfs onze lichaamstemperatuur wordt gemeten om te zien of we niet een of andere ziekte zouden kunnen hebben. Om 14.00 uur en helemaal gaar komen we aan in Dien Bien Phu, 30 kilometer voorbij de grens en eindelijk in Vietnam. Dien Bien Phu is een saaie stad waar een normale maaltijd eigenlijk niet te verkrijgen is. We zijn misschien ook een beetje teveel verwend door de Lao-keuken. Daarbij regent het verder de hele middag en avond. We zien wel dat ze op de markt 'hond' verkopen. Een raar gezicht om een geslachte hond, kortgesneden te zien liggen tussen de andere vleeswaren. Onderweg naar Hanoi, de volgende dag, zien we vaak grote uithangborden van restaurantjes met 'Com' (rijst), 'Pho' (soep) en 'Thit Cho' (hond). Ook op de markt in Hanoi zien we later dat er hond verkocht wordt.

We zijn in Hanoi na een tien uur durende reis door een prachtig landschap. Helaas regent het de hele dag en daardoor is het uitzicht wel beperkt. Hanoi is een geweldige stad en in tegenstelling tot Saigon een groene stad. Lange, brede lanen met bomen, parken met kleine meertjes en mooie gebouwen. De hand van de Fransen is in vele gebouwen nog te herkennen. We bezoeken het Mausoleum van Ho Chi Minh (met het gebalsemde lichaam van uncle Ho)en het naastgelegen presidentieel paleis waar Ho Chi Minh overigens weigerde te gaan wonen. Hij gaf de voorkeur aan een simpele houten paalwoning zoals het een echte socialist betaamt. Het mausoleum is indrukwekkend zoals het in de ruim opgezette omgeving staat. We zien de 'Eenzuilige Pagode' (11e eeuw), de rode brug en een oude toegangspoort van de citadel uit de Ly-dynastie. We wandelen door de Franse wijk en logeren in de oude handelswijk net boven het Hoan-Kiemmeer (het meer van het teruggeven zwaard). Het meer dankt haar naam aan de volgende legende; In het begin van de 15e eeuw hielden de Chinese troepen van de Ming-dynastie het noorden van Vietnam bezet. Op een dag vond een visser een magisch zwaard in zijn netten en gaf deze aan generaal Le Loi. Deze versloeg daarop de Chinezen en riep zichzelf uit tot keizer Ly Tai To. Bij een viering op het meer dook plots een reuze schildpad op en rukte het zwaard uit de handen van de keizer. Deze kwam tot de conclusie dat daarmee het zwaardteruggeven was en gaf het meer de naam 'Hoan-Kiemmeer', het meer van het teruggeven zwaard.

Het is een genoegen om te flaneren door deze stad. Het is ook wel een drukke stad met zo'n vier miljoen mensen, maar erg sfeervol met vele restaurantjes, winkeltjes, galeries, café's en hotels/guesthouses dat ons in de verte wel wat doet denken aan Parijs. Ook in Hanoi eten we op straat. Terwijl wij bij een laag tafeltje aanschuiven horen we andere westerlingen zeggen 'eigenlijk zouden we hier moeten eten'. We bezoeken het oorlogsmuseum en ook een modern theater. Annemarie krijgt een rondleiding van de theaterdirecteur, terwijl een bekende Vietnamese acteur wordt geinterviewd over het nieuwste stuk dat binnenkort gaat spelen in dit theater.

Later....... huren we een motor, een 250 cc 'Off the Road'. We kunnen voor 17 miljoen Dong van Hanoi naar Saigon reizen en daar de motor achter laten. Geen gevaarlijke busritten meer; we nemen ons lot in eigen hand. Niet meer met z'n dertigen in een busje voor tien personen stuiterend over de slechte wegen; we zitten voortaan met z'n tweetjes op een goed verende motor! Wat een vrijheid gaan we voelen; stoppen wanneer en zo lang we willen en net zolang door een stadje rijden totdat we het centrum hebben bereikt en een goed guesthouse hebben gevonden. Het laatste gedeelte van onze reis wordt vanaf donderdag helemaal anders! Even voor alle duidelijkheid: vanaf nu gaat het dus niet meer regenen ;-)